Examenvoorbereiding Hoofdstuk 7 consumptie /arbeid en productie Donderdag 13 Maart

Examenvoorbereiding 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examenvoorbereiding 

Slide 1 - Slide

Lesopening
Les doel voor vandaag:

-Nakijken consumptie, examenopdrachten
- Start met thema arbeid en productie

Slide 2 - Slide

Terugblik
  • Examenopdrachten nagekeken.

Slide 3 - Slide

Nakijken examenopgave 4
  • Opdracht 10: A
  • Opdracht 11: F
  • Opdracht 12: € 134 x120 = € 16.080 
  •  € 16.080 - € 10.000 =  € 6.080,-
  • Opdracht 13: Als de auto geen 10 jaar meegaat, moet je nog betalen voor een auto die je niet meer hebt.
  • Opdracht 14: Sparen: Geen kredietkosten betalen
  •                       Lenen: Kan hij meteen de auto kopen

Slide 4 - Slide

Nakijken examenopgave 5 
  • Opdracht 15:
  • 6 x 4 x € 221,49 =  5.315,76

  • Opdracht 16: 
  • 1 kind 17%
  • 2 kinderen 26 %  26/2 = 13 % per kind
  • 3 kinderen 33%   33/3 = 11 % per kind
  • 4 kinderen 40%   40/4 = 10% per kind

Slide 5 - Slide

Nakijken examenopgave 6
  • Opdracht 17:
  • - Zelf veel te besteden ( klanten van de toekomst)
  • - Veel invloed op de uitgaven van ouders.
  • Opdracht 18: Na het avondeten, aan het begin van de zondagavond omdat dan de meeste mensen televisie kijken.
  • Opdracht 19: Consumentenbond geeft onafhankelijk advies, informatieve reclame is erop gericht om zoveel mogelijk klanten te trekken.
  • Opdracht 20: F

Slide 6 - Slide

Arbeid en Productie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Omzet, afzet en marktaandeel
  • Afzet is hoeveelheid verkochte producten

  • Omzet is hoeveel je verkocht hebt in geld uitgedrukt, zonder BTW!

  • Marktaandeel is de afzet van een bedrijf als percentage van de totale omzet in een bedrijfstak/gebied

  • Omzet = Afzet ( aantal stuks) x verkoopprijs ( exclusief BTW)

Slide 9 - Slide

Brutowinst
  • Brutowinst is wat je over houdt van je omzet nadat je de inkopen ervan af gehaald hebt. 

  • Omzet - inkoopwaarde van de omzet (IWO) = Brutowinst

Slide 10 - Slide

Nettowinst
  • Nettowinst is wat je overhoudt nadat de inkoopwaarde en de bedrijfskosten van je omzet zijn afgehaald.
  • Bedrijfskosten zijn alle kosten die een bedrijf maakt om te kunnen draaien, denk aan personeelskosten, reclamekosten, enz.

  • Nettowinst/verlies = brutowinst - bedrijfskosten

Slide 11 - Slide

Verkoopprijs
  • Verkoopprijs wordt berekend door inkoopprijs met een bedrag te verhogen. Dit bedrag noemen we de brutowinstopslag
  • Brutowinstopslag wordt berekend met de brutowinstmarge.
  • Brutowinstmarge = brutowinst in procenten van de inkoopprijs

  • Verkoopprijs ( zonder BTW) = Inkoopprijs + brutowinstopslag ( €)
  • Brutowinstopslag= inkoopprijs:100 x brutowinstmarge ( in%)

Slide 12 - Slide

Verkoopprijs incl. BTW/ consumentenprijs
  • Verkoopprijs incl. Btw = consumentenprijs = prijs in de winkel 

  • Verkoopprijs + btw = consumentenprijs

  • Verkoopprijs               100%
  • btw                             9% of 21%  +
  • Consumentenprijs   109% of 121%

Slide 13 - Slide

Berekening nettowinst
Consumentenprijs                      ( 109 % of 121%)
Btw                                                ( 9% of 21%)        -
Omzet of verkoopopbrengst          ( 100%)
Inkoopwaarde van de omzet                                    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                                                           -
Nettowinst of verlies

Slide 14 - Slide

Vaste en variabele kosten
  • 2 soorten bedrijfskosten: vast en variabel
  • Vast worden niet beïnvloedt door de productie omvang. ( huur)
  • Variabel zijn afhankelijk van de productie omvang  (grondstoffen)

  • Kostprijs = vaste + variabele kosten+ inkopen: aantal producten
  • OF
  • Kostprijs = Inkoopprijs + bedrijfskosten per stuk

Slide 15 - Slide

Afschrijven
  • Jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen ( auto, machine)

  • Als je jaarlijks een bedrag reserveert kan je na een tijd het kapitaalgoed vervangen.

  • Afschrijving p. j. = vervangingsprijs - restwaarde: gebruiksduur (j)

Slide 16 - Slide

Samen opdracht   
Geen samen opdracht vandaag

Slide 17 - Slide

Maken opdrachten 1 t/m 10
blz. 103 t/m 106

Klaar? Vergeet niet na te kijken en ga aan de slag met de rekentrainers!!
Zelf aan de slag

Slide 18 - Slide

Evaluatie en huiswerk
  • Hoe ging het? 
  • Opmerkingen?
  • Vragen?

HUISWERK: wat niet af is! 

Slide 20 - Slide