Het verpleegplan1

1 / 42
next
Slide 1: Video
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Wat gaan we doen 
  • Herhaling dmv quiz vragen
  • Leervragen maken
  • Logboek werken
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

wat is een belangrijke doelstelling van ons vak
A
Bevorderen van de zelfstandige zelfredzaamheid​
B
Bevorderen van de inzet van disciplines
C
Bevorderen van het behandelplan

Slide 3 - Quiz

Wat is professionele zorg

Slide 4 - Open question

Welke functie zijn er binnen de zorg (beroepstructuur)

Slide 5 - Open question

wat is het verschil tussen intramurale zorg en extramurale zorg

Slide 6 - Open question

semimurale zorg is
A
Zorg bij een verblijf langer dan 24 uur
B
intramurale zorg wordt extramuraal gegeven
C
Zorg buiten de muur
D
verblijf korter dan 24 uur

Slide 7 - Quiz

wat is 1e lijns zorg

Slide 8 - Mind map

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 9 - Quiz

Wat is methodisch werken?
  • Methodisch werken geeft structuur en richting aan alle losse taken en doelen van de verpleegkundige
  • Het betekent dat je vraaggericht werkt op basis van een cyclisch stappenplan: het verpleegkundig proces.
  • Je neemt je beslissingen op grond van een methodisch denkproces: klinisch redeneren.
  • Je gebruikt daarbij de competenties (kennis, houding en vaardigheden) die je hebt ontwikkeld

Slide 10 - Slide

Het verpleegkundig proces bestaat uit verschillende fasen.
Wat doe ik als verpleegkundige in de diagnostische fase?

A
Afnemen van een anamnese, klinisch redeneren, het meten van de bloeddruk
B
Afnemen van een enquête, klinisch redeneren, lichamelijk onderzoek verrichten, verpleegplan maken
C
Verpleegdoelen formuleren, maken van een verpleegplan, observeren van de client
D
Observeren van de cliënt, afnemen van een anamnese, verpleegprobleem formuleren volgens de PES

Slide 11 - Quiz

Stelling


Bij het doorlopen van het verpleegkundig proces is het cruciaal dat er geen fouten worden gemaakt!

Slide 12 - Slide

Strategieën verpleegkundig proces
  1. Door adequate en volledige gegevensverzameling krijg je een goed beeld van de zorgverleningsituatie, waardoor geen belangrijke elementen worden gemist. 
  2. Actief opdoen van kennis, het ontwikkelen van competenties en vaardigheden  
  3. Meer dan ooit speelt hier het principe van ‘selectieve waarneming’. 
  4. Je observeert slechts die dingen bewust, waarvan je het bestaan en het  belang kent. Wat je niet kent, weet of begrijpt, ontgaat aan jouw aandacht. 
  5.        Het gevolg kan zijn inadequate zorgverlening 

Slide 13 - Slide

Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

Slide 14 - Quiz

Vitale functies
Ademhaling
Bloeddruk
Hartslag
Temperatuur
Bewustzijn

Slide 15 - Slide

Welke aspecten bevat een verpleegprobleem?
A
Verpleegdoelen die de cliënt graag wil bereiken
B
Actuele en potentiële verpleegproblemen
C
Het probleem, de oorzaak en symptomen
D
Verpleegproblemen geformuleerd volgens Gorden

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Verpleegkundig proces
  1. Gegevens verzamelen
  2. Verpleegkundige diagnose stellen
  3. Verpleegdoelen formuleren 
  4. Verpleegkundige interventies kiezen
  5. Uitvoeren verpleegkundige zorg
  6. Evalueren van de zorg

Slide 18 - Slide

Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.

Slide 19 - Quiz

Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
Actuele verpleegproblemen zijn verpleegproblemen die zich op een bepaald moment voordoen, en door de verpleegkundige kunnen worden vastgesteld op basis van op dat moment aanwezige klachten en verschijnselen.

Potentiële verpleegproblemen zijn verpleegproblemen die zich nog niet voordoen, maar die de verpleegkundige op basis van haar deskundigheid in de toekomst verwacht.


Slide 20 - Slide

Wat houdt klinisch redeneren in?

A
Vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis
B
Cyclisch proces van gegevensverzameling en analyse
C
Verpleegkundigen kunnen onderbouwen welke verpleegkundige interventies en vervolgstappen ze moeten nemen.
D
Zowel antwoord A, B, en C zijn juist

Slide 21 - Quiz

Wat houdt klinisch redeneren in?
In het Beroepsprofiel (VN&VN 2020) staat deze definitie:
'Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.'

De definitie van Nursing:
Klinisch redeneren is de vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis (fysiologie, anatomie, pathologie, farmacologie). Zo kunnen verpleegkundigen goed onderbouwen welke verpleegkundige interventies zij moeten inzetten en welke vervolgstappen ze moeten nemen.

Slide 22 - Slide

Waar staan de RUMBA eisen voor?
A
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden
B
relevant, begrijpelijk, meetbaar, in termen van gedrag, haalbaar
C
relevant, uitvoerbaar, meetbaar, belangrijk, aantoonbaar
D
realistisch, uitvoerbaar, maatschappelijk, belangrijk, acceptabel

Slide 23 - Quiz

Waar staan de RUMBA eisen voor?
Relevant, Understandable, Measurable, Behavioral, Attainable

R = relevant
U = begrijpelijk
M = meetbaar
B = in termen van gedrag
A = haalbaar

Slide 24 - Slide

Welke stelling over de SAMPC is waar?
A
De S staat in beide modellen voor 'subjectief' (eigen beleving van de cliënt)
B
Beide systemen zijn wettelijk verplicht om te gebruiken door alle zorginstellingen in Nederland
C
Beide modellen kunnen worden worden ingezet voor de verpleegkundige verslaglegging
D
Beide modellen worden niet of nauwelijks toepast door verpleegkundigen wegens een tekort aan kennis

Slide 25 - Quiz

SAMPC
Dit is een hulpmiddel voor het ordenen van gegevens en kan gebruikt worden bij rapportages. 

S = somatisch aandachtsgebied

A = activiteiten dagelijks leven

M = maatschappelijk gebied

P = psychisch aandachtsgebied

C = communicatief aandachtsgebied

Slide 26 - Slide

WAT ZIJN DE 4 DOMEINEN VAN ZORG
A
Lichamelijk welbevinden, Woon en leefsituatie, Participatie, Mentaal welbevinden
B
Woon en leefsituatie, mantelzorgers, contact met verpleegkundigen, contact met artsen
C
Sociale contacten, contact met disciplines, Huisartsen zorg, woon en leefsituatie

Slide 27 - Quiz

Wat is het nut van een verpleegplan?

Slide 28 - Open question

Met welk verpleegkundig plan wordt er veelal in verpleeghuizen gewerkt?
A
Begeleidingsplan
B
Zorg-leefplan
C
Ondersteuningsplan
D
Verpleegplan

Slide 29 - Quiz

Een andere naam voor een verpleegplan is
A
medisch dossier
B
behandelplan
C
anamnese
D
zorgleefplan

Slide 30 - Quiz

Waar denk je aan bij de term verpleegplan?

Slide 31 - Mind map

Hoe maak je een verpleegplan?
1. Verzamelen van informatie
2. Vaststellen van wensen, behoeften en problemen
3. Vaststellen van doelen
4. Vaststellen van en plannen van activiteiten
5. Uitvoeren van de activiteiten volgens planning
6. Evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg en ondersteuning.                      (KLINISCH REDENEREN)

Slide 32 - Slide

PES

Slide 33 - Mind map

PES

PES
P= probleem
E= ethologie
S= symptomen

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Noem 2 gezondheidspatronen van Gordon

Slide 36 - Mind map

Wat is klinisch redeneren?
A
Methode om informatie te ordenen
B
Methode om informatie te verzamelen voor verpleegplan.
C
Methode om gezondheidstoestand te observeren
D
Methode om zorg- situatie te analyseren en acties in te zetten

Slide 37 - Quiz

OPDRACHT
Verwerkingsopdrachten
Themaopdracht blz. 65 opdracht 1 en 2 (in duo's uitwerken)

Praktijksituatie Mevrouw Drewel wil graag in haar eigen huis blijven wonen. Opdracht 1 t/m 3.

Slide 38 - Slide

Leervraag formuleren
voorbeelden LV: meer willen weten over de bv het verpleegplan
etc...

Slide 39 - Slide

Huiswerk
INSCHATTEN VAN DE ZORGSITUATIE
STELLEN VAN DE VERPLEEGKUNDIGE DIAGNOSE
opdrachten
Hfst 6 Stellen van de verpleegkundige diagnose: Opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6. 7, 8 en 9

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide