Opkomen voor jezelf: grenzen aangeven

Vitaal Burgerschap: 

Opkomen voor jezelf 

Lesdoel

Na deze les ken je drie manieren waarop mensen reageren op ongewenst gedrag 

Je werkt met iemand samen.
Hoe dichtbij mag hij/zij zitten?
Wat vind jij?

1. Tegen je aan
2. Ongeveer 15 centimeter
3. Ongeveer 45 centimeter
4. Ongeveer 1 meter

Oefening met een klasgenoot

1. Ga tegenover elkaar staan, op 2 meter afstand.
2. Maak oogcontact.
3. Klasgenoot A zet zet telkens één stap naar voren. 
4. Klasgenoot B blijft staan.
   Hij/zij zegt 'stop!' als de ander te dichtbij komt. 
5. Draai nu de rollen om.   

1. Wat voelde je toen de ander te dichtbij kwam?
2. Wat dacht je ?

Herken je dit?

• Iemand maakt een onaardige opmerking, maar je doet of je niks hoort. 
• Iemand legt voortdurend een hand op je rug of schouder.
  Je vindt dit niet prettig, maar je zegt niks.  
• Een klasgenoot maakt veel lawaai. Je hebt er last van, maar je zegt niets.

Waarom is 'nee' zeggen soms moeilijk? 

• Mensen zijn bang om buitengesloten te worden. Ze willen bij de groep horen.  
• Dan ga je  'pleasen'.
  Je geeft dan de ander zijn zin.

Hoe gaan mensen om met ongewenst gedrag?

1. PASSIEF        
   Ze doen niets. 
2. ASSERTIEF 
   Ze zeggen wat ze wel of niet willen. Ze geven de grens aan.
3. AGRESSIEF  
   Ze vallen de ander aan. Ze worden bijvoorbeeld boos of schelden iemand uit.  

Een fietser rijdt door rood. Anna moet opzij springen en roept: 'Hé, kijk eens uit!' Anna's reactie is...

1. Agressief
2. Passief
3. Assertief

Sam studeert in de bibliotheek. Twee mensen praten hard. Sam heeft er last van, maar hij zegt niks, omdat ze dan misschien boos worden.
Sams reactie is...

1. Assertief
2. Passief
3. Agressief

Cherifa staat in de rij voor de kassa. Iemand dringt voor. Cherifa zegt: 'Pardon, kunt u achteraan sluiten?'
Haar reactie is...

1. Passief
2. Assertief
3. Agressief

Opdracht met een klasgenoot

- Kies een klasgenoot

- Maak samen opdracht 4 , 5 en 6  (p. 240 - 242 Burgerschap 1/2)

- Geef na afloop een korte presentatie van opdracht 4 of 5! (1 min per koppel)

Extra uitleg bij opdracht 5
Iedere vrijdag gaan Jeroen en Danny uit. Jeroen verzint altijd waar ze naartoe gaan.  Als Jeroen niks verzint, bedenkt Danny helemaal niets. Jeroen vindt dat niet meer leuk.  Daarom zijn ze al 3 weken niet meer uitgegaan. Wat moet Jeroen doen?  

Dank jullie wel voor jullie inzet!
Wat onthoud je van deze les?