What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
01-04 bijles imperative + woordvolgorde
Imperatief
Imperative (gebiedende wijs)
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Imperatief
Imperative (gebiedende wijs)
Slide 1 - Slide
Gebiedende wijs
Slide 2 - Slide
Gebiedende wijs
De gebiedende wijs gebruik je om aan te geven wat iemand moet doen. Dit kan bijvoorbeeld een
bevel, advies, aanwijzing of waarschuwing
zijn.
Bijvoorbeeld:
Luister naar je docent! - Listen to your teacher!
Pas op! - Watch out!
Ruim de tafel op. - Clean the table.
Slide 3 - Slide
Hoe maak je gebiedende wijs?
In het Engels maak je de gebiedende wijs door de zin te beginnen met het
hele werkwoord
.
Clean
your room.
Put
your phone away.
Do
your homework.
Slide 4 - Slide
Vertaal naar het Engels:
Speel met mij!
Slide 5 - Open question
Vertaal naar het Engels:
Ruim je kamer op!
Slide 6 - Open question
Vertaal naar het Engels:
praat met hem!
Slide 7 - Open question
Gebiedende wijs ontkennend
Je kunt de gebiedende wijs ook gebruiken om aan te geven dat iemand iets
niet
moet doen. In dat geval zet je
don't
voor
het hele werkwoord
.
Don't
do
that!
Don't
call
me!
Don't
forget
your homework!
Slide 8 - Slide
Vertaal naar het Engels:
Klim niet op die rots.
Slide 9 - Open question
Vertaal naar het Engels:
Raak dat niet aan.
Slide 10 - Open question
Vertaal naar het Engels:
vergeet niet te leren.
Slide 11 - Open question
Woordvolgorde bijwoorden van frequentie
Slide 12 - Slide
Bijwoorden van frequentie
Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurd.
always - altijd
often - vaak
usually - meestal
sometimes - soms
Slide 13 - Slide
Bijwoorden van frequentie
In de meeste gevallen zet je
het bijwoord
voor
het werkwoord
in de zin.
We
always
go
on holiday to spain.
I
sometimes
take
the bus.
They
usually
study
in the afternoon.
Slide 14 - Slide
Welke zin is juist?
A
I often do the dishes
B
I do often the dishes
C
Often I do the dishes
D
I do the dishes often
Slide 15 - Quiz
Bijwoorden van frequentie
Er is 1 uitzondering waarbij
het bijwoord
ná het werkwoord
komt. Dat is als het werkwoord een vorm van '
to be
' is.
I
am
always
on time.
Thom
is
usually
hungry after school.
They
are
often
very sweet.
Slide 16 - Slide
Welke zin is juist?
A
We have always fun
B
we always have fun
C
always have we fun
D
we have fun always
Slide 17 - Quiz
Welke zin is juist?
A
We are never late
B
We never are late
C
We are late never
D
Never we are late
Slide 18 - Quiz
Welke zin is juist?
A
She is always kind
B
She always is kind
C
She is kind always
D
She always kind is
Slide 19 - Quiz
Kort samengevat
Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurd.
Waar in de zin komen ze te te staan?:
Vorm van to be in de zin? --> Na het werkwoord
Geen vorm van to be? --> Voor het werkwoord
Slide 20 - Slide
Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.
(never) My sister eats meat.
Slide 21 - Open question
Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.
(usually) He is with friends on the weekend
Slide 22 - Open question
Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.
(often) We play games together.
Slide 23 - Open question
Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.
(sometimes) We eat ice cream after dinner.
Slide 24 - Open question
Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.
(often) My friends and I play football in the park.
Slide 25 - Open question
Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.
(always) My parents are busy at weekends.
Slide 26 - Open question
Woordvolgorde
Plaats en tijd
Slide 27 - Slide
Woordvolgorde plaats en tijd
De plaats en/of tijd staan in het Engels bijna altijd achteraan in de zin.
In het Engels komt de
Plaats
altijd voor de
tijd
in de zin.
Ik was
gisteren
op school
I was
at school
yesterday
Slide 28 - Slide
Zet in de juiste volgorde:
Eric plays football. (always - after school - in Norwich)
Slide 29 - Open question
Zet in de juiste volgorde:
My sisters go to a nightclub. (in Amsterdam - every Saturday)
Slide 30 - Open question
Zet in de juiste volgorde:
My stepsister is getting married. (on Friday 13th - in Las Vegas)
Slide 31 - Open question
More lessons like this
20-04 bijles imperative + woordvolgorde
March 2024
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
UNIT 5 3BK grammar
May 2023
- Lesson with
48 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
Bijwoorden
May 2024
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Paragraaf 5,5 Deel 1
January 2024
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Paragraaf 5,5 Deel 1
September 2024
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Paragraaf 5,5 Deel 1
September 2024
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Paragraaf 5,5 Deel 1
September 2024
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Paragraaf 5,5 Deel 1
September 2024
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4