Fragmenten voor opdr 1 tm 5

Spreken, kijken, luisteren 
Je hebt voor deze les je oortjes nodig. 
Je kunt de les helemaal zelfstandig doorlopen. 
De fragmenten vind je hier.
De vragen staan in je boek.
De antwoorden schrijf je in je schrift. 
Je hebt je boek nodig blz 51-55
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spreken, kijken, luisteren 
Je hebt voor deze les je oortjes nodig. 
Je kunt de les helemaal zelfstandig doorlopen. 
De fragmenten vind je hier.
De vragen staan in je boek.
De antwoorden schrijf je in je schrift. 
Je hebt je boek nodig blz 51-55

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je vertellen wat lichaamstaal is.
- kun je bij een filmpje een spreekdoel bedenken. 
- weet je wat formeel en informeel taalgebruik is.
- ken je de begrippen 'toonhoogte', 'volume', tempo' en 'informatie'

Slide 2 - Slide

Spreekdoel
Spreekdoelen zijn eigenlijk hetzelfde als lees- of schrijfdoelen, maar dan gericht op een presentatie of speech. 
informeren
amuseren
uitleg geven
overhalen
overtuigen

Slide 3 - Slide

Publiek
Ook bij spreken moet je rekening houden met je publiek. 
Als je spreekt voor kleuters, doe je dat anders dan voor volwassenen. 

Slide 4 - Slide

Taal
Bij het spreken kun je gebruik maken van formele of informele taal.

Formele taal gebruik je tegen volwassenen (u zeggen, netjes en beleefd zijn) 
Informele taal is vlotte taal, die gebruik je als je spreekt met leeftijdgenoten. 

Slide 5 - Slide

Stem
Een goede spreker zorgt er voor dat zijn stemgebruik past bij het publiek. Hij let op:
toonhoogte (hoge of lage stem)
volume (hard of zacht)
tempo (snel of langzaam)
intonatie (serieuze toon of vrolijke toon) 

Slide 6 - Slide

Opdracht
Kijk naar het volgende filmpje. Dat is fragment 1 

Beantwoord daarna de vragen van opdracht 2 op blz 52 van je boek. 
Noteer de antwoorden netjes in je schrift. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Fragment 2 en 3
je gaat zometeen naar 2 fragmenten kijken en luisteren.
Je moet daarna vragen beantwoorden over het onderwerp, het spreekdoel en het publiek. 
Ook moet je vertellen of het formele of informele taal is. 
Je moet ook iets vertellen over het stemgebruik van beide sprekers.
Je mag de filmpjes een paar keer kijken, en je mag als je wil ook aantekeningen maken in je schrift. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

opdracht
kijk nog eens naar fragment 2 op de volgende slide. 
Luister gericht naar de informatie die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden. 
Je mag een paar keer luisteren. 
Je mag aantekeningen maken. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link