- Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is
- Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting
Slide 7 - Slide
Evenwicht
Populatie grootte: aantal organismen van dezelfde soort in gebied.
Populatie grootte hangt af van:
Biotische factoren
Abiotische factoren
De populatiegrootte schommelt om evenwichtswaarde: biologisch evenwicht
Slide 8 - Slide
biotische factoren
A-biotische factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind
Slide 9 - Drag question
biologisch evenwicht: er is evenwicht tussen organismen
De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
Biologisch evenwicht konijnen - vossen
Slide 10 - Slide
Welke van de onderstaande factoren is ongunstig voor een populatie konijnen.
A
Natte zomer
B
Weinig vossen
C
De wolf doet zijn intrede in Nederland
D
Het gaat slecht met de wilde veldmuizen
Slide 11 - Quiz
Welke van de onderstaande factoren is gunstig voor de populatie merels?
A
Mensen nemen steeds meer katten
B
Vetbollen worden minder verkocht
C
De roofvogel populatie in NL neemt toe
D
Er zijn steeds meer wormen
Slide 12 - Quiz
Samenleven
Relaties in en tussen populaties:
- Concurrentie:
Competitie partner, plek & voedsel
- Samenwerken:
Jagen (leeuwen), verdedigen (vissen)
mieren (taakverdeling kolonie).
Stokstaartje houdt de wacht
Slide 13 - Slide
Relaties binnen populatie
Rangorde: Eén dier is dan de baas.
Territorium: Gebied waar één dier leeft, of een groep dieren van dezelfde soort. Andere soortgenoten mogen er niet in.
Paarvorming: Mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten.
Slide 14 - Slide
Relaties binnen populatie
- Rangorde
- Territorium
- Paarvorming
Bij sommige soorten vindt elk jaar opnieuw paarvorming plaats maar bij zwanen blijven man en vrouw hun hele leven bij elkaar.
Slide 15 - Slide
Relaties tussen soorten
Symbiose: langdurige relatie tussen individuen van verschillende soorten.
Mutualisme: beide individuen voordeel van relatie
Commensalisme: 1 individu voordeel, ander neutraal
Parasitisme: 1 individu voordeel, ander nadeel.
Het Individu (parasiet) leeft op of in een individu van een ander soort (gastheer). Parasiet: dier, plant of schimmel.
Slide 16 - Slide
Relaties tussen soorten
Mutualisme:
Relatie waarbij beide soorten voordeel hebben (win win)
Slide 17 - Slide
Mutualisme
Beide soorten hebben voordeel van de symbiose (samenlevingsvorm)
+ +
Korstmos: Schimmel + algen
Kunnen niet zonder elkaar leven
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Parasitisme
Parasiet - Gastheer
Teek
Zombieschimmel
Warkruid (geen bladgroen)
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Bij met bloem: deze vorm van samenleven heet:
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Symbiose
Slide 22 - Quiz
Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de samenleving.
A
Goed
B
Fout
Slide 23 - Quiz
Welke vorm van symbiose wordt hier beschreven? Korstmossen zijn samenlevingen van schimmels en algen. Schimmels nemen water en mineralen op uit de omgeving en hier maken de algen gebruik van. De algen zorgen voor fotosynthese en daar maken de schimmels gebruik van.
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
Slide 24 - Quiz
Werktijd
- Ga rustig aan de slag met de opgaven van BS 3. Je mag fluisterend overleggen.
- Klaar me de opgaven? Oefen met flitskaarten, de "test jezelf" of op www.biologiepagina.nl