Een zelfstandig naamwoord is:
"een concrete zaak, bijvoorbeeld:
mensen (man, Ineke),
dieren (paard) en
dingen (huis, hout). Maar het kan ook een
plaats (Den Haag, Frankrijk) en een
abstracte zaak zijn."
Zelfstandige naamwoorden kun je meestal combineren met een van de lidwoorden de, het of een.