Invulopdracht:
In de tropen is het 1) (warm/koud) waardoor de lucht 2) (uitzet/krimpt). Daardoor 3 (stijgt/daalt) de soortelijke massa (dichtheid) en stijgt de lucht op.
Als de lucht opstijgt drukt de kolom minder zwaar op de aarde, er is sprake van
4 (lagedruk/hogedruk).