Klas 2TH1 Lesweek 15 Les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Kapitel  vier

Achtung:

Je zit op je eigen plaats.

Handys in deiner Tasche (niet in je broekzak).

Auf deinem Tisch liegen:

dein Buch, dein Heft, dein Etui

Lernziele

Was lernt ihr heute?

• Je weet hoe je het beste een luistertoets kunt maken.

• Je kunt eenvoudige teksten over dieren begrijpen.

• Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over dieren.

Was macht ihr heute?

• Was weiβt du noch?

• Oefenen luistertoets

• Sprechen über Tiere

• Hausaufgaben checken (weektaak af?)

het regelmatige werkwoord 1.

het regelmatige werkwoord 1.

Wat moet je hier nou mee?

(FE)

E

ST

T

EN

T

EN

I

D

E

W

I

S

Stappenplan 

Werkwoordvormen regelmatige werkwoorden      (tegenwoordige tijd / das Präsens)

1. Begin met het bepalen van de stam. Hoe doe je dat?

2. Bepaal welke om welke werkwoordvorm het gaat (dmv persoonlijk voornaamwoord of zelfstandig naamwoord).

3. Kies de juiste uitgang.

En hiermee?

Een Duitser wil graag alle letters uitspreken.

het regelmatige werkwoord 2.

.

.

.

.

.

het regelmatige werkwoord 2.

Onthouden!

Een Duitser wil graag alle letters uitspreken.

het regelmatige werkwoord 3.

.

.

.

.

.

het regelmatige werkwoord 3.

Was weiβt du noch?

Schrijf voor jezelf op wat je nog weet van:

- de hoofdregel van het voltooid deelwoord

- en de twee aanvullingen op deze hoofdregel.

Doe je boek dicht.

Bearbeite jetzt Aufgabe 8 auf Seite hundert fünf und achtzig.

We kijken de opgave samen na.

Je hebt vijf minuten de tijd (na 2 minuten volgt een hint)

Aussprache und sprechen

Wir üben zusammen

Aufgabe 30

Ihr übt zu zweit Aufgabe 31 und 32.

Oefenen voor je luistertoets

Was weiβt du noch?

Oefenen voor je luistertoets

Sprechen

das Glücksrad

Maak 3 groepjes van 4.

Download de virtuele dobbelsteen app.

Schrijf de namen op het wedstrijdschema.

Gooi twee dobbelstenen 

-> de linker dobbelsteen is het persoonlijke voornaamwoord

-> de rechterdobbelsteen het werkwoord 

-> zeg zo snel mogelijk de juiste werkwoordvorm.

Ieder goed antwoord is 1 punt.

Voor wie het aandurft:

Op de achterzijde van je formulier staat een moeilijkere versie).

Lernziele

Was lernt ihr heute?

• Je weet hoe je het beste een luistertoets kunt maken.

• Je kunt eenvoudige teksten over dieren begrijpen.

• Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over dieren.

Achtung!

Hausaufgaben vorige week niet af?

Dan zie ik je om 14.20 uur in lokaal 19.

Bis bald!