Titel De titel maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst: de lezer wordt ver-
leid om te gaan lezen.
Inleiding De inleiding begint met een originele openingszin: je trekt hiermee
direct de aandacht van de lezer.
De inleiding is pakkend: je kiest een originele benadering voor de
introductie van je onderwerp.
De inleiding maakt duidelijk wat het onderwerp is én jouw mening komt
hierin duidelijk naar voren.
Middenstuk Iedere alinea heeft een origineel, kort tussenkopje waarmee je de
nieuwsgierigheid van de lezer in de kern blijft vasthouden.
Iedere alinea heeft een kernzin (argument), die (dat) duidelijk naar voren
komt in de alinea.
De overige zinnen van de alinea's lichten de kernzinnen toe/onderbou-
wen de argumenten.
De alinea's sluiten bij elkaar aan / volgen elkaar logisch op door het
gebruik van overgangszinnen en signaalwoorden.
Slot In het slot komt jouw mening nogmaals duidelijk naar voren.
Het slot eindigt met een knallende slotzin: de lezer zal je tekst hierdoor
niet snel vergeten.
max. opbouw = 10 Totaal opbouw =