Je leert hoe je de bestelfrequentie moet berekenen.
Je leert wat de invloedsfactoren op de bestelfrequentie zijn.
Je leert wat bestelgrootte is.
Je leert hoe je de bestelgrootte moet berekenen.
Je leert wat de invloedsfactoren op de bestelgrootte zijn.
Je leert welke bestelkosten er zijn.
Slide 5 - Slide
Lesdoelen en tevens examentermen par. 4.6:
Je leert welke bestelsystemen / bestelmethoden er zijn.
Je leert het onderscheid tussen vast en variabel in relatie tot bestelgrootte en bestelmoment.
Je leert wat bestelpunt is (begrip).
Je leert hoe je het bestelpunt moet berekenen.
Je leert wat de invloedsfactoren op het bestelpunt zijn.
Slide 6 - Slide
Bestellen (par. 4.5)
Als winkel moet je goederen bestellen, anders heb je niets om te verkopen
Inkopen en bestellen doe je bij één of een aantal leveranciers
Waar moet je op letten bij het bestellen? Zie volgende dia.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Besteleenheid
De hoeveelheid artikelen die in één verpakkingseenheid geleverd wordt
Slide 9 - Slide
Jaralt bestelt 8 dozen alcoholvrij bier, met een inhoud van 24 flessen bier per doos. Wat is de besteleenheid van dit product?
A
1
B
8
C
24
Slide 10 - Quiz
Bestelfrequentie
Hangt af van de besteleenheid en het bestelmoment
Maar ook bijvoorbeeld van:
de omvang van de voorraad (hoeveel ruimte is er voor voorraad?)
de levertijd (hoe snel kan de leverancier leveren?)
de bestelkosten (hoe hoog zijn de bestelkosten per bestelling?)
de houdbaarheid van het product
de afzet (hoeveel producten worden per periode verkocht?)
Slide 11 - Slide
Voor welk soort artikelen zal de bestelfrequentie hoog zijn?
Slide 12 - Open question
Antwoord vraag
Dagverse artikelen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Oefenopgave
Per jaar verkoopt een winkel 312 stuks van een bepaald merk trainingspakken
De winkel bestelt per keer 24 stuks van dit merk
Vraag: bereken de bestelfrequentie
Slide 15 - Slide
Uitwerking oefenopgave
Bestelfrequentie = jaarafzet : bestelgrootte
Vul de formule in
Antwoord wordt dan 312 : 24 = 13
De winkel bestelt dus voor dit artikel 13 keer per jaar
Slide 16 - Slide
De bestelgrootte van een bepaald merk rugzakken is 17. De winkel denkt dat hij 204 sporttassen in een jaar gaat verkopen. Bereken de bestelfrequentie.
Slide 17 - Open question
Uitwerking vraag
Bestelfrequentie = jaarafzet : bestelgrootte
De bestelfrequentie is dan 204 : 17 = 12
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Bestelpunt (par. 4.6)
Het is niet verstandig om te wachten met bestellen totdat de voorraad van een artikel nul is
Maar waar houd je allemaal rekening mee?
Je kunt gebruik maken van verschillende bestelmethoden
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Voor welke van onderstaande artikelen zou een vaste bestelhoeveelheid voor de hand liggen?
A
luxe artikelen
B
eerste levensbehoefte (bijv. melk)
C
Kerstaankopen
D
vakantie inkopen
Slide 22 - Quiz
Theorie bestelpunt
De meeste winkels wachten niet met bestellen tot de voorraad 0 stuks is
Ze gaan bestellen als het aantal producten onder een aantal stuks komt
Dit punt noem je hetbestelpunt
Slide 23 - Slide
Veiligheidsvoorraad
Om nee-verkoop te voorkomen houd je meestal een veiligheidsvoorraad aan
Een veiligheidsvoorraad is een voorraad die afwijkingen in de vraag kan opvangen als die vraag groter is dan verwacht
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Het bestelpunt is 9. Wat betekent dit?
A
Dat je elke keer 9 stuks van het artikel gaat bestellen
B
Dat je 9 keer gaat bestellen
C
Als de voorraad van het artikel nog 9 stuks is dan ga je weer bestellen
Slide 26 - Quiz
Let op bij berekening bestelpunt!
Bestelpunt = veiligheidsvoorraad + (levertijd x afzet)
Let op:
Voor levertijd en afzet altijd dezelfde tijdseenheid (weken of dagen) nemen
Je kunt dus niet voor de afzet de tijd in dagen invullen en voor de levertijd de tijd in weken
Slide 27 - Slide
Oefenopgave
Je hebt de volgende gegevens:
Levertijd is 2 weken
Afzet is 3 stuks per week
Veiligheidsvoorraad is 4 stuks
Vraag: wat is het bestelpunt?
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Nog een oefenopgave
Een sportwinkel verkoopt sportschoenen
De winkel is 6 dagen per week open
De levertijd van de sportschoenen is 1 week
Per dag worden 3 paar sportschoenen verkocht
De veiligheidsvoorraad is 8
Vraag: bereken het bestelpunt
Slide 30 - Slide
Uitwerking oefenopgave
Bestelpunt = veiligheidsvoorraad + (levertijd x afzet)
Let op: levertijd en afzet moet in dezelfde tijdseenheid
Levertijd is 1 week
Afzet is 3 paar schoenen per dag. Deze moet je omrekenen naar afzet per week.
De winkel is 6 dagen per week open dus de winkel verkoopt 3 x 6 = 18 paar schoenen per week
Nu kun je de formule invullen
Het bestelpunt is dan 8 + (1 x 18) = 8 + 18 = 26
Zodra de voorraad 26 paar schoenen is, moet er weer een nieuwe bestelling worden gedaan
Slide 31 - Slide
Samenvattend
Jullie hebben vandaag geleerd:
Bestelfrequentie: begrip, berekening en invloedsfactoren
Bestelgrootte: begrip, berekening en invloedsfactoren
Bestelkosten
Welke bestelmethoden er zijn
Bestelpunt: begrip en berekening
Slide 32 - Slide
Huiswerk voor di. 21.09
Maken H4 vraag 22 t/m 44 op pag. 167 t/m 171 in je boek
Deze vragen gaan over par. 4.5 en 4.6
Slide 33 - Slide
Bedrijven houden voorraad aan om de volgende reden:
A
om nee-verkoop te voorkomen
B
om genoeg keuze te kunnen bieden
C
als investering
D
voor de veiligheid
Slide 34 - Quiz
Een groothandel heeft voor zijn producten een levertijd van 5 dagen. Ze verkopen van een bepaald artikel 6 stuks per dag. Wat is de minimumvoorraad?
Slide 35 - Open question
Een groothandel in aanstekers heeft bij zijn leverancier een levertijd van 4 dagen. De dagelijkse afzet is 1500 st. Er wordt rekening gehouden met een veiligheidsvoorraad van 2000 st. Wat is het bestelpunt?
Slide 36 - Open question
Een webshop heeft een levertijd van 2 weken. De dagelijkse afzet is 30 stuks. Er is een veiligheidsvoorraad van 4 dagen. Wat is het bestelpunt?
Slide 37 - Open question
Een bedrijf verkoopt van een artikel 210 stuks per week. De veiligheidsvoorraad is 50 stuks . De levertijd is 4 dagen. Bereken het bestelpunt