3.7 en 3.8

Vandaag 3.7 en 3.8
Planning:
  • Herhaling 3.5 en 3.6
  • Uitleg 3.7 en 3.8
  • Deelopdracht 3 inleveren 18-12
Maken:
Inloggen LessoUp !!
werkboek blz 97 opdracht 14 
en blz 100 opdracht 9



Leerdoelen   

  •  Je kunt uitleggen hoe decentralisatie werkt en hoe gemeentelijke organisaties zoals het college van burgemeester en wethouders functioneren.
  •     Je kunt beschrijven wat de rol is van Provinciale Staten en de commissaris van de Koning in de regionale politiek.
  •     Je kunt het belang van ruimtelijke ordening en het waterschap in de Nederlandse politiek beoordelen.
  •     Je kunt uitleggen hoe lobbyen, de politieke agenda en informele normen invloed hebben op politieke besluitvorming.
  •     Je kunt analyseren wat de rol is van media en andere instellingen in hun commentaar-, platform- en controlerende functies.
  •     Je kunt evalueren hoe controlemechanismen bijdragen aan de integriteit van het politieke proces.

1 / 17
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Vandaag 3.7 en 3.8
Planning:
  • Herhaling 3.5 en 3.6
  • Uitleg 3.7 en 3.8
  • Deelopdracht 3 inleveren 18-12
Maken:
Inloggen LessoUp !!
werkboek blz 97 opdracht 14 
en blz 100 opdracht 9



Leerdoelen   

  •  Je kunt uitleggen hoe decentralisatie werkt en hoe gemeentelijke organisaties zoals het college van burgemeester en wethouders functioneren.
  •     Je kunt beschrijven wat de rol is van Provinciale Staten en de commissaris van de Koning in de regionale politiek.
  •     Je kunt het belang van ruimtelijke ordening en het waterschap in de Nederlandse politiek beoordelen.
  •     Je kunt uitleggen hoe lobbyen, de politieke agenda en informele normen invloed hebben op politieke besluitvorming.
  •     Je kunt analyseren wat de rol is van media en andere instellingen in hun commentaar-, platform- en controlerende functies.
  •     Je kunt evalueren hoe controlemechanismen bijdragen aan de integriteit van het politieke proces.

Slide 1 - Slide

Wat doen de 1e en 2e kamer
  • Interpellatierecht: Minister om uitleg vragen
  • Vragenrecht: Schriftelijke/mondelinge vragen stellen
  • Motierecht: Oproep tot beleidswijziging
  • Recht van enquête: Onderzoek starten met verhoor. Bij ernstige zaken.
  • Budgetrecht: Begroting goed- of afkeuren
  • Amendementsrecht: Wijzigingen in wetsvoorstellen voorstellen
  • Stemrecht: Beslissen over wetsvoorstellen

Slide 2 - Slide

Welke bevoegdheden heeft ons parlement? Let op, er blijft er één over!
Een Kamerlid stemt tegen een wet voor 
de belastingverhoging voor bedrijven.

Een Kamerlid is het eens met een wetsvoorstel 
over taakstraffen voor jongeren, maar hij stelt 
een kleine verandering voor.
Een Kamerlid wil weten wat de regering vindt van 
de rellen tijdens een belangrijke voetbalwedstrijd.

Een Kamerlid doet een voorstel voor een wet om werkloze jongeren sneller aan een baan te helpen.

De minister van Economische Zaken moet 
voor een debat naar de Tweede Kamer komen.

Een Kamerlid vraagt ze de regering te bekijken 
of er meer geld naar scholen kan om de leesachterstand bij jongeren aan te pakken.
enquêterecht
motierecht
recht van amendament
recht van
initiatief
recht van interpellatie
stemrecht
vragenrecht

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Video

Decentralisatie
Rijksoverheid stelt grote lijnen vast, invulling gebeurt door lagere overheden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wordt jullie wetsvoorstel van de deelopdracht opgesteld door de landelijke overheid, de gemeente of de provincie? Leg uit waarom

Slide 8 - Open question

Ook nog .......Waterschappen
Poldermodel!

Slide 9 - Slide

In welke fase van besluitvorming zit jullie wetsvoorstel?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Macht door Lobbyen 

Machtsmiddel: toegang tot politici.

Voorbeelden: tabaksproducten, banken, grote bedrijven (Shell), Amnesty International

Slide 12 - Slide

Overige machten
Vierde macht: ambtenaren
Vijfde macht: media

Slide 13 - Slide

Kijk terug naar je eigen wetsvoorstel. Wie hebben bij jullie meer macht de media of ambtenaren? Leg uit.
Bekijk evt. Lesboek blz 102

Slide 14 - Open question

Media functies en macht

Slide 15 - Slide

Heb je zelf macht?
  • Stemmen
  • Actievoeren
  • Lid worden van een politieke partij.
  • De media benaderen.
  • Spreek in: bijv. bij gemeenteraad.
  • Burgerinitiatief starten.
  • Een bezwaarschrift indienen.
  • Petitie starten of tekenen.
  • Overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid.

Slide 16 - Slide

Vandaag 3.7 en 3.8
Planning:
  • Herhaling 3.5 en 3.6
  • Uitleg 3.7 en 3.8
  • Deelopdracht 3 inleveren 18-12
Maken:
werkboek blz 97 opdracht 14 
en blz 100 opdracht 9



Leerdoelen   

  •  Je kunt uitleggen hoe decentralisatie werkt en hoe gemeentelijke organisaties zoals het college van burgemeester en wethouders functioneren.
  •     Je kunt beschrijven wat de rol is van Provinciale Staten en de commissaris van de Koning in de regionale politiek.
  •     Je kunt het belang van ruimtelijke ordening en het waterschap in de Nederlandse politiek beoordelen.
  •     Je kunt uitleggen hoe lobbyen, de politieke agenda en informele normen invloed hebben op politieke besluitvorming.
  •     Je kunt analyseren wat de rol is van media en andere instellingen in hun commentaar-, platform- en controlerende functies.
  •     Je kunt evalueren hoe controlemechanismen bijdragen aan de integriteit van het politieke proces.

Slide 17 - Slide