Bas 1: Ontwikkeling van het leven op aarde

Ordening MAX LJ3
Ordening MAX LJ3
4.1 Ontwikkeling van het leven op aarde
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Ordening MAX LJ3
Ordening MAX LJ3
4.1 Ontwikkeling van het leven op aarde

Slide 1 - Slide

Planning 4.1
Voorkennis/ introductie maken (10 min)
Theorie
Quiz vragen
Opdrachten  

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je kunt een tijdbalk van het leven op aarde en een stamboom van organismen aflezen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

De aarde bestaat ongeveer:

4600 miljoen jaar


Slide 6 - Slide

Tijdsbalk
- Steeds complexere organismen

Slide 7 - Slide

Geologische tijdsschaal

Indeling:
  • Tijdperk
  • Periode
  • Getallen zijn miljoenen jaar geleden

Gebaseerd op grote gebeurtenissen




Eerste eenvoudige levensvormen 
(3800 mjg)

Slide 8 - Slide

Trias - Jura - Krijt, tijdperk van de dinosauriërs
Dinosauriërs sterven uit aan het einde van het Krijt door meteorietinslag

Slide 9 - Slide

Geologische tijdschaal: van water naar land

Slide 10 - Slide

Stambomen en verwantschap
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
  • Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.

Slide 11 - Slide

Stambomen en verwantschap
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
  • Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.

Slide 12 - Slide

Bredere lijnen zijn grotere aantallen (bloeitijd)

Slide 13 - Slide

De mens stamt niet af van de aap

Slide 14 - Slide

Wat betekent het als groepen organismen verwant zijn?
A
Ze hebben hetzelfde leefgebied
B
Ze hebben gemeenschappelijke voorouders
C
Ze lijken uiterlijk op elkaar

Slide 15 - Quiz

Een geologische tijdschaal is ingedeeld in tijdperken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Hoe herken je in een stamboom een bloeiperiode van een groep organismen?
A
De lijnen worden dikker
B
De lijnen worden dunner
C
De lijnen veranderen van kleur

Slide 17 - Quiz

Welke soort is het meest recent ontstaan:
A of C?


A
A
B
C

Slide 18 - Quiz



Soort B toont het meeste verwantschap met
soort: A of C?
A
A
B
C

Slide 19 - Quiz

Er worden twee uitspraken gedaan

1- De lippenbeer is meer verwant aan de
bruine beer dan aan de brilbeer.
2- De voorouders van de reuzenpanda
begonnen hun ontwikkeling als aparte groep
meer dan 24 miljoen jaar geleden.

zijn deze uitspraken juist?
A
geen van beide zijn juist
B
beide zijn juist
C
alleen de 1e is juist
D
alleen de 2e is juist

Slide 20 - Quiz

Opdrachten
4.1 
Maak de introductie af en
Lees in je boek bladzijde 240 t/m 242
Maak opdracht 1, 2, 3, 5 en 7

Slide 21 - Slide