Paragraaf 4.1 & 4.2 vragen

1 / 51
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Begrippen - 4.1 Wat is nieuws? 
1 Berichten over actuele gebeurtenissen.

Slide 2 - Slide

Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diplom
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
Actuele gebeurtenissen
Verdringingseffect
Diploma-inflatie
Competentiegericht leren
Nieuws

Slide 3 - Drag question

Actuele gebeurtenissen
A
verdringingseffect
B
Diploma-inflatie
C
Competentiegericht leren
D
Nieuws

Slide 4 - Quiz

Nieuws
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Actuele gebeurtenissen
C
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 5 - Quiz

actuele gebeurtenissen
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
Leer- en vaardigheidseigenschappen.
Nieuws
Diploma-inflatie
Competentiegericht leren
Competenties

Slide 6 - Drag question

Actuele gebeurtenissen
A
verdringingseffect
B
Diploma-inflatie
C
Competentiegericht leren
D
Nieuws

Slide 7 - Quiz

Kennisvragen - 4.1 Wat is nieuws? 
2 Bijzonderheid bericht; effect bericht op samenleving; leuk bericht

Slide 8 - Slide

Veel mensen kijken dagelijks het journaal.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Mensen kijken het journaal om bij te blijven.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Nieuws betreft altijd berichten over actuele gebeurtenissen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Berichten worden gelijk in de krant gezet, zonder ze eerst te controleren.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Voordat berichten in de krant komen, wordt er gekeken of het belangrijk genoeg is.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Er wordt bij het nieuws nooit gelet op bijzondere berichten.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Aboutaleb is de aller eerste Marokkaanse burgermeester van Nederland. (Rotterdam)
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diplom
A
verdringingseffect
B
Diploma-inflatie
C
Competentiegericht leren
D
Competenties

Slide 16 - Quiz

Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
A
verdringingseffect
B
Diploma-inflatie
C
Competentiegericht leren
D
Competenties

Slide 17 - Quiz

diploma-inflatie
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
C
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 18 - Quiz

verdringingseffect
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
C
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 19 - Quiz

Toepassingsvragen - 4.1 Wat is nieuws? 
3 a Sensationele berichten over personen.
b Veel mensen zijn in dit soort berichten geïnteresseerd (roddelbladen).
4 Eigen mening (denk ook aan beroepen waarin nieuws van belang kan zijn

Slide 20 - Slide

Competentiegericht leren
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
C
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 21 - Quiz

Nieuws
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
C
Actuele gebeurtenissen
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 22 - Quiz

Kennisvragen - 3.4 - Onderwijs en je toekomst 
5 Onderwijs zorgt voor: persoonlijke ontwikkeling; overdracht van cultuur; leert jongeren om mee te doen in de samenleving.
6 Competenties.
7 Competentiegericht leren.
8 Bijvoorbeeld: geletterdheid, gecijferdheid, communicatietechnieken, ICT-vaardigheden, samenwerken, problemen oplossen, over jezelf kritisch nadenken, en nagaan wat er goed en fout ging bij een dagje ‘school

Slide 23 - Slide

Het type onderwijs dat je volgt met de daarbij behorende diploma’s, bepalen mede de positie en de baan die je in de samenleving gaat innemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Mensen zonder diploma's kunnen vaak een baan vinden.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Met goede diploma's ontvang je meestal ook goede salarissen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Soms gaan leerlingen zonder diploma van school.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Met diploma heb je meer kans op werk.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Zonder diploma heb je minder kans op werk.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Wanneer het economisch slecht gaat, krijgen jongeren zonder diploma en geen werkervaring minder snel een baan.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Als het economisch slecht gaat kan het voorkomen dat een havo- leerling werk gaat doen van een vmbo leerling.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

Toepassingsvragen - 3.4 - Onderwijs en je toekomst 
9 Je moet iets kunnen doen met wat je geleerd hebt. Toepassen in een nieuwe situatie.
10 Zaken en kennis veranderen snel.
11 a Hoger salaris en minder werkdruk. b Eigen mening.
12 Eigen mening.

Slide 32 - Slide

Begrippen - 4.2 Nieuwsbronnen
1 Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoort.
2 Bureaus die journalisten over de hele wereld hebben zitten die telkens nieuwe berichten doorsturen

Slide 33 - Slide

Actuele gebeurtenissen
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoor
Bureaus die journalisten over de hele wereld hebben zitten die telkens nieuwe berichten doorsturen.
Leer- en vaardigheidseigenschappen.
Nieuws
Massamedia
Internationaal persbureau
Competenties

Slide 34 - Drag question

Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoort
A
Massamedia
B
Internationaal persbureau
C
Competentiegericht leren
D
Nieuws

Slide 35 - Quiz

Bureaus die journalisten over de hele wereld hebben zitten die telkens nieuwe berichten doorsture
A
Massamedia
B
Internationaal persbureau
C
Competentiegericht leren
D
Nieuws

Slide 36 - Quiz

Massamedia
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoort.
C
Bureaus die journalisten over de hele wereld hebben zitten die telkens nieuwe berichten doorsturen
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 37 - Quiz

Internationaal persbureau
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Media die veel mensen bereiken, zoals: kranten, radio, tv, internet enzovoort.
C
Bureaus die journalisten over de hele wereld hebben zitten die telkens nieuwe berichten doorsturen
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 38 - Quiz

Kennisvragen - 4.2 Nieuwsbronnen
3 Eigen journalisten; internationale persbureaus; personen en instellingen.
4 ANP, Reuters, Itar-tass, Bloomberg.

Slide 39 - Slide

Kranten, radio, tv, internet enzovoort horen bij de massamedia.
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

Kranten, radio, tv, internet enzovoort horen niet bij de massamedia.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quiz

Massamedia bereikt veel mensen.
A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quiz

Massamedia komen aan nieuwsberichten via allerlei kanalen.
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quiz

Kranten, radio en televisie hebben journalisten om naar nieuws te zoeken.
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quiz

Een journalist is iemand die opzoek is naar nieuws en dit doorgeeft aan krant, radio en televisie.
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quiz

Internationaal persbureaus hebben journalisten over de hele wereld.
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

Nationaal betekent in eigen land.
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quiz

Nationaal betekent over de hele wereld.
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quiz

Internationaal betekent alleen in Europa.
A
juist
B
onjuist

Slide 49 - Quiz

ANP is geen persbureau.
A
juist
B
onjuist

Slide 50 - Quiz

Toepassingsvragen - 4.2 Nieuwsbronnen
5 Dan kunnen ze volstaan met minder eigen journalisten, wat goedkoper is.

6 Ze zijn zeer subjectief (partijdig).

Slide 51 - Slide