What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Rekenen 25-1-2021 3A2
8x50=
1 / 50
next
Slide 1:
Open question
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
8x50=
Slide 1 - Open question
241+346=
Slide 2 - Open question
652-237
Slide 3 - Open question
900-347=
A
553
B
653
C
547
D
647
Slide 4 - Quiz
702-487=
A
315
B
214
C
215
D
385
Slide 5 - Quiz
4x24=
Slide 6 - Open question
Luca koopt een tablet van €65. Hij betaalt met 7 briefjes van €10. Hoeveel euro krijgt hij terug?
Slide 7 - Open question
Een bakker bakt broden die 62 cm lang zijn. Hoe lang is een halve stokbrood?
Slide 8 - Open question
15:3=
Slide 9 - Open question
20:5=
Slide 10 - Open question
Welke klokken horen bij elkaar? Sleep de digitale klok.
11 : 00
18:00
21:00
Slide 11 - Drag question
09:00
12:30
22:30
17:30
17:00
Sleep de klokken naar de juiste tijd.
Slide 12 - Drag question
TENNIS
VOETBAL
BASKETBAL
HANDBAL
Slide 13 - Drag question
Hoe noemen we dit apparaat?
A
weegschaal
B
personenweegschaal
C
maatbeker
D
keukenweegschaal
Slide 14 - Quiz
Lees af
A
B
C
D
95 kg
81 kg
85 kg
99 kg
Slide 15 - Drag question
Welke weegschaal zou je gebruiken?
Keukenweegschaal
Personenenweegschaal
Maatlepels
Slide 16 - Drag question
Wat is de afkorting van kilogram?
A
kilo
B
gram
C
g
D
kg
Slide 17 - Quiz
Wat is zwaarder?
A
zak appels
B
pak melk
Slide 18 - Quiz
Zet de voorwerpen op volgorde van licht naar zwaar.
A
reep, stiften, puntenslijper
B
puntenslijper, stiften, reep
C
puntenslijper, reep, stiften
D
stiften, puntenslijper, reep
Slide 19 - Quiz
Zet de voorwerpen op volgorde van zwaar naar licht.
A
fiets, laptop, spacescooter
B
laptop, spacescooter, fiets
C
laptop, fiets, spacescooter
D
fiets, spacescooter, laptop
Slide 20 - Quiz
Er zijn deze week 3 baby’s geboren. Mike, Sophie en Willem.
Mike weegt 3150 gram
Sophie weegt 2930 gram
Willem weegt 3050 gram
Wie weegt het meest?
A
Mike
B
Sophie
C
Willem
Slide 21 - Quiz
Wat weegt 1 kg?
A
1,5 liter cola
B
pak suiker
C
koffiepads
D
zak chips
Slide 22 - Quiz
Wat weegt ongeveer 1 kilogram?
A
Kuikentje
B
Laptop
C
Fiets
Slide 23 - Quiz
Is de weegschaal in balans?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quiz
Aanvullen tot 1 kilogram (1000 gram)
Je hebt al 980 gram
A
20 gram
B
40 gram
C
50 gram
D
30 gram
Slide 25 - Quiz
Aanvullen tot 1 kilogram (1000 gram)
Je hebt al 520 gram
A
580 gram
B
80 gram
C
380 gram
D
480 gram
Slide 26 - Quiz
Aanvullen tot 1 kilogram (1000 gram)
Je hebt al 150 gram
A
550 gram
B
50 gram
C
850 gram
D
950 gram
Slide 27 - Quiz
47:5=
A
8 rest 7
B
9 rest 2
C
9 rest 1
D
8 rest 6
Slide 28 - Quiz
Reken uit:
Ik koop een trui, een vest en sneakers.
WAT MOET IK BETALEN?
€ 185,10
Slide 29 - Slide
Reken uit:
Ik koop schoenen, een spijkerbroek en een winterjas.
WAT MOET IK BETALEN?
€ 376,90
Slide 30 - Slide
7x9=
Slide 31 - Open question
Slide 32 - Open question
A
11,75
B
11,00
Slide 33 - Quiz
A
half 9
B
half8
C
half 7
D
10 over half 6
Slide 34 - Quiz
A
10 voor 2
B
10 over 9
C
kwart voor 2
D
10 voor 2
Slide 35 - Quiz
hoe laat is het?
tien voor drie
A
B
C
D
Slide 36 - Quiz
hoe laat is het?
A
vijf voor half drie
B
kwart over zeven
C
half drie
D
vijf over half drie
Slide 37 - Quiz
Bij het zwembad staan 28 jongens en 34 meisjes te wachten. Hoeveel is dat bij elkaar?
A
61
B
62
C
51
D
52
Slide 38 - Quiz
Ahmed is om acht uur in de wachtkamer van de dokter. Hij wordt om half negen geholpen.
Hoe lang heeft hij gewacht?
Slide 39 - Open question
De film begint om 20.15 uur en is om 22.30 uur afgelopen. Hoe lang duurt de film?
Slide 40 - Open question
Het is nu half twaalf. Over een uur is het?
Slide 41 - Open question
tien over half een
half twaalf
kwart voor twee
tien over negen
Slide 42 - Drag question
Kijk goed wat het kost.
Maak de sommen op de volgende dia.
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Open question
Slide 45 - Open question
Verhaaltje sommen
Jan heeft 850 euro schuld
Hij verdient een 1000 euro.
Hoeveel geld heeft Jan nu?
Slide 46 - Slide
15 : 3 = ?
(tip: ? x 3 = 15)
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 47 - Quiz
25 : 5 = ?
(tip: ? x 5 = 25)
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 48 - Quiz
1) zit 42 in de tafel van 4?
2) welk getal ligt er vlakbij
42
dat wel in de tafel van 4 zit, maar is kleiner dan
42
?
42 : 4 = .. rest ..
A
10 rest 2
B
40 rest 2
C
36 rest 6
D
12 rest 0
Slide 49 - Quiz
1) zit 42 in de tafel van 2
2) welk getal ligt er vlakbij
13
dat wel in de tafel van 2 zit, maar kleiner is dan
13
?
13 : 2 = .. rest ..
A
10 rest 2
B
40 rest 2
C
36 rest 6
D
12 rest 0
Slide 50 - Quiz
More lessons like this
Rekenen gewicht/wegen
January 2023
- Lesson with
36 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Week 16 - Rekenen gewicht/wegen
May 2023
- Lesson with
39 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Week 16 - Rekenen gewicht/wegen
February 2023
- Lesson with
31 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Rekenen gewicht/wegen
May 2024
- Lesson with
36 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Week 16 - Rekenen gewicht/wegen
January 2021
- Lesson with
35 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Gewicht kg, pond, ons les 2.1
February 2022
- Lesson with
24 slides
Wiskunde
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Grootheden en eenheden N2 §2.3
November 2022
- Lesson with
39 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Week 16 - Rekenen gewicht/wegen
June 2023
- Lesson with
39 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4