1KLT week 2

1KLT week 2: maandag 
Welkom terug!
1. Even herhalen: 
-wat zijn thermen precies?
-hoe komt een Romein aan drinkwater? 
2. Lezen: cultuurboek, hoofdstuk 2 
3. Opdrachten maken: p.46-7

1 / 50
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

1KLT week 2: maandag 
Welkom terug!
1. Even herhalen: 
-wat zijn thermen precies?
-hoe komt een Romein aan drinkwater? 
2. Lezen: cultuurboek, hoofdstuk 2 
3. Opdrachten maken: p.46-7

Slide 1 - Slide

Leerwerkboek: p. 46-47
Cultuurboek: p.6-9
Lesdoelen in portfolio

☐de badrituelen van de Romeinen en de badgebouwen van de Romeinen beschrijven.
☐verschillende activiteiten opsommen die in de thermen plaatsvinden.
☐de functie, de werking en het belang van aquaducten uitleggen
☐de badrituelen van de Romeinen en de badgebouwen van de Romeinen beschrijven.
☐verschillende activiteiten opsommen die in de thermen plaatsvinden.
☐de functie, de werking en het belang van aquaducten uitleggen

Slide 2 - Slide

Dinsdag 
1. Instructies nieuwe grammatica
2. Korte overhoring 
3. Oefenen met opgaven in boek 
4. Reflectie in portfolio en afsluiting 

Lesdoel
Je kunt de vervoegde vormen van de onregelmatige werkwoorden esse en posse determineren en de betekenis ervan weergeven.

Slide 3 - Slide

1. instructies 
Lesdoel:
Je kunt de vervoegde vormen van de onregelmatige werkwoorden esse en posse determineren en de betekenis ervan weergeven.

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen een regelmatig en onregelmatig werkwoord? 

Slide 5 - Slide

Noem een voorbeeld van een 'onregelmatig' werkwoord in het Nederlands? Engels? 

Slide 6 - Slide

Latijn: regelmatig 
stam+ -o, 
              -s, 
               -t, 
              -mus, 
               -tis, 
               -nt 

Slide 7 - Slide

Wat betekent bijvoorbeeld:
  1. ama-mus
  2. audi-tis
  3. mone-s 

Slide 8 - Slide

Maar nu: onregelmatig! 
  1. esse (zijn)
  2. posse (kunnen)

Slide 9 - Slide

Verbuiging esse 
  • sum
  • es
  • est
  • sumus
  • estis
  • sunt
Verbuiging posse 
  • possum
  • potes
  • potest
  • possumus
  • potestis
  • possunt
  • =pot+verbuigingen van esse 

Slide 10 - Slide

Verbuiging esse 
  • sum= ik ben
  • es= jij bent 
  • est
  • sumus
  • estis
  • sunt
Verbuiging posse 
  • possum= ik kan
  • potes= jij kunt
  • potest
  • possumus
  • potestis
  • possunt

Slide 11 - Slide

Verbuiging esse 
  • sum= ik ben
  • es= jij bent 
  • est= h/z/h/er is
  • sumus=wij zijn
  • estis=jullie zijn
  • sunt= zij zijn 
Verbuiging posse 
  • possum= ik kan
  • potes=jij kunt
  • potest=h/z/h/er kan
  • possumus= wij kunnen
  • potestis= jullie kunnen
  • possunt= zij kunnen

Slide 12 - Slide

Nog een paar vormpjes 
  • ad-esse= aanwezig zijn, helpen
  • ab-esse= afwezig zijn, verwijderd zijn (denk: absentie)
  • super-esse=overblijven 

Slide 13 - Slide

2. korte overhoring 
Bestudeer de rijtjes op p. 50
Lesdoel:
Je kunt de vervoegde vormen van de onregelmatige werkwoorden esse en posse determineren en de betekenis ervan weergeven.
timer
1:00

Slide 14 - Slide

potes
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
jij bent

Slide 15 - Quiz

estis
A
ik ben
B
jij bent
C
wij zijn
D
jullie zijn

Slide 16 - Quiz

sunt laeti
A
wij zijn blij
B
zij zijn mooi
C
zij zijn blij
D
jullie zijn blij

Slide 17 - Quiz

narramus
A
ik kan
B
wij kunnen
C
wij vertellen
D
wij zijn

Slide 18 - Quiz

tu magister es?
A
Ken jij de leraar?
B
Is hij de docent?
C
Ben jij de ouder?
D
Ben jij de leraar?

Slide 19 - Quiz

multi discipuli absunt
A
Veel leerlingen kunnen
B
Veel leerlingen zijn afwezig
C
Veel leerlingen zijn aanwezig
D
Veel leerlingen bestaan

Slide 20 - Quiz

Maak het rijtje af:
sum- es-...-...-...-...

Slide 21 - Open question

3. Opgaven in boek
p. 51 

Slide 22 - Slide

4. Reflectie 
Lesdoel:
Je kunt de vervoegde vormen van de onregelmatige werkwoorden esse en posse determineren en de betekenis ervan weergeven.

Slide 23 - Slide

Eerst:
Huiswerk maandag 15 januari 5e uur: maak oefening 1 en 2 op p. 51 (Latijn)

Huiswerk woensdag 17 januari 6e uur: Grieksboekje p.2 tot en met 5 afmaken (oefenen met Grieks schrijven)

Slide 24 - Slide

Woensdag 
1.Grieks alfabet: oefenen met schrijven 
2.De Griekse goden, opdrachtje in tweetallen 

Lesdoelen:
Je kunt Griekse woorden herkenbaar schrijven in kleine letters en hoofdletters
Je kent de namen van de Griekse goden en hun attributen 

Slide 25 - Slide

1. Oefenen met Grieks schrijven (=herhaling!)
1. alfabet, p. 3 
2. tweeklanken, p. 4 
3. spiritus, p.5  

Alles moet af voor volgende week! 
Ben je al klaar? Ga verder met pagina 6 

Slide 26 - Slide

2. De Griekse goden 

Slide 27 - Slide

De Oude Grieken

1. De Griekse Goden

Slide 28 - Slide


Mythologie

    • Verzameling van mythen
    • Verhalen waarin goden, helden en wezens een rol spelen
    • De Griekse mythen werden mondeling doorgegeven als lessen voor het leven

    Slide 29 - Slide


    Griekse goden

    • Grieks goden zien er uit als mensen
    • Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
    • Deze twee aspecten noem je antropomorfisme
    • Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)
    • Ieder eigen attribuut en 'rol' voor de mensen 

    Slide 30 - Slide


    Titanen


    In het begin...
    ...was er chaos

    Slide 31 - Slide

    Slide 32 - Slide


    Zeus

    • God van de donder
    • Oppergod
    • Getrouwd met Hera, maar ging regelmatig vreemd!

    • Romeinse god: Jupiter

    Slide 33 - Slide


    Hera

    • Godin van het huwelijk
    • Getrouwd met Zeus, maar dit was geen gelukkig huwelijk
    • Behalve zijn vrouw, ook zijn zus

    • Romeinse naam: Juno

    Slide 34 - Slide

    Slide 35 - Slide


    Hefaistos

    • God van het vuur
    • Zoon van Zeus en Hera
    • Smid van de Goden
    • Maakt de bliksem voor Zeus

    • Romeinse naam: Vulcanus

    Slide 36 - Slide


    Ares

    • God van de oorlog
    • Zoon van Zeus en Hera
    • Gehaat bij alle goden


    • Romeinse naam: Mars

    Slide 37 - Slide


    Poseidon

    • God van de zee
    • Broer van Zeus
    • Herkenbaar aan zijn drietand


    • Romeinse naam: Neptunus

    Slide 38 - Slide


    Demeter

    • Godin van de aarde en de oogst
    • Zus van Zeus
    • Kreeg samen met Zeus een dochter: Persifone


    • Romeinse naam: Ceres

    Slide 39 - Slide


    Hades

    • God van de onderwereld
    • Broer van Zeus
    • Getrouwd met zijn nicht Persifone
    • Zijn driekoppige hellehond Kerberos bewaakte de onderwereld

    • Romeinse naam: Pluto

    Slide 40 - Slide

    Slide 41 - Slide

    Slide 42 - Slide


    Afrodite

    • Godin van de liefde en de schoonheid
    • Dochter van Zeus
    • Geboren uit het schuim van de zee
    • Haar zoon heet Eros (Amor, Cupido)

    • Romeinse naam: Venus

    Slide 43 - Slide


    Pallas Athena

    • Godin van de wijsheid en dapperheid
    • Dochter van Zeus
    • Geboren uit zijn hoofd
    • Ze wordt vaak afgebeeld met een uil

    • Romeinse naam: Minerva

    Slide 44 - Slide

    Slide 45 - Slide


    Apollon

    • God van de zon en de muziek
    • Laat met zijn strijdwagen de zon opkomen
    • Tweelingbroer van Artemis
    • Apollo wordt begeleid door de 9 Muzen

    • Romeinse naam: Apollo (ook: Sol of Helios)

    Slide 46 - Slide


    Artemis

    • Godin van de jacht en maan
    • Tweelingzus van Apollo


    • Romeinse naam: Diana

    Slide 47 - Slide

    Slide 48 - Slide


    Hermes

    • God van de snelheid
    • Boodschapper van de goden
    • Vaak afgebeeld met gevleugelde schoenen


    • Romeinse naam: Mercurius

    Slide 49 - Slide

    Slide 50 - Slide