Facilitaire Dienstverlening

FDCI
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

FDCI

Slide 1 - Slide

Au bain-marie is
A
in een bak met warm water iets verwarmen of warm houden
B
iets in water koken
C
aanbakken in een koekenpan
D
verwarmen via heteluchtoven

Slide 2 - Quiz

Karameliseren
Klaren
Fruiten
Au-bain marie
Fruiten
Smelten

Slide 3 - Drag question

Periodieke schoonmaak is
A
iets dagelijks reinigen
B
onregelmatig iets reinigen
C
met vaste regelmaat iets reinigen
D
nooit iets reinigen

Slide 4 - Quiz

Dagelijkse schoonmaak
Wekelijkse schoonmaak
Periodieke schoonmaak
Bovenop kasten schoonmaken
Glazen deur
wassen
Legen van prullenbak

Slide 5 - Drag question

Reinigingsmiddelen
1. Reinigingsmiddelen
2. Onderhoudsmiddelen
3. Gecombineerde middelen
4. Desinfecterende middelen
5. Oplosmiddelen

Slide 6 - Slide

Wat is de functie van een reinigingsmiddel?
A
Het verwijderen van roest.
B
Het verwijderen van water.
C
Het verwijderen van vuil.
D
Desinfecteren.

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen.
B
Dat materialen niet meer roesten.
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten.
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.

Slide 8 - Quiz

Wat is geen onderhoudsmiddel?
A
Soda
B
Schoenpoets
C
Polijstmiddel
D
Boenwas

Slide 9 - Quiz

Zuurgraad

Slide 10 - Slide

Wat betekenen de wassymbolen?
Bleken
Professioneel reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 11 - Drag question

Ergonomie is
A
Letten op je taalgebruik
B
Letten op je zithouding
C
Letten op je algemene lichaamshouding
D
Letten op de taal en lichaamshouding

Slide 12 - Quiz

de schoonmaakregel is:
A
van vuil naar schoon
B
van schoon naar vuil

Slide 13 - Quiz

de schoonmaakregel is:
A
van binnen naar buiten
B
van buiten naar binnen

Slide 14 - Quiz

de schoonmaakregel is:
A
van boven naar beneden
B
van beneden naar boven

Slide 15 - Quiz

Sleep de gevaarsymbolen naar de goede betekenis.
Bijtende stoffen
Explosieve stoffen
Brandbare stoffen
Giftige stoffen

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Video

Wasgoed controleren
zakken legen
ritsen dicht
soms binnenste buiten
vlekken voorbehandelen
Knoop aannaaien
Afstropen


Slide 18 - Slide

Bij elk stuk textiel vind je een                                              .  Op dit etiket staat met 5 symbolen aangegeven hoe je het artikel het beste kunt wassen,                     , strijken, 
                      reinigen en drogen. 
Daarnaast kun je in textiel ook een                                    tegenkomen. Dit etiket geeft je informatie over de                        waaruit het textiel is samengesteld. Bij het bewaren van de vuile was is het belangrijk dat het wasgoed                           is. Bewaar vuile was niet te lang, want dan krijg je                      vaak niet meer weg. 
Bij het sorteren van de was kijk je als eerste naar de                                .De wasgroep vanaf 60 graden Celsius sorteer je dan op                       . Bij wasgoed lager dan 60 graden kijk je naar het etiket om te bepalen of er een speciaal                                   nodig is. 
         
bleken
wastemperatuur
chemisch
vezels
droog
vlekken
samenstellingsetiket
kleur
wasprogramma
behandelingsetiket

Slide 19 - Drag question

Tekst
rode snijplank
blauwe snijplank
groene snijplank
gele snijplank
bruine snijplank
witte snijplank
rauw vlees

vis,- schaal en schelpdieren
groente en fruit
gevogelte
gebraden vlees en worst
kaas en brood

Slide 20 - Drag question

Beroepskleding
beroepskleding heeft vier verschillende functies:
representatief
herkenbaar
bescherming
hygiëne

Slide 21 - Slide