This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Project: schrijven
Les 2
Slide 1 - Slide
Voor de vakantie
- Uitnodiging gemaakt voor een klassenuitje naar een All You Can Eat Restaurant.
Slide 2 - Slide
Doelen
1. We werken samen aan deze opdrachten.
2. Je kunt een zakelijke email schrijven.
3. Je kent het verschil tussen informele en formele taal.
Slide 3 - Slide
Hoe start je jouw emailbericht?
A
Je stelt meteen je vraag.
B
Je denkt eerst aan de aanhef: Beste...
C
Je zorgt voor een goede afsluiting.
Slide 4 - Quiz
Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
Slide 5 - Open question
Wat is een voorbeeld van formeel taalgebruik?
A
Jo! gast fijn je weer te zien!
B
He Henk, ga je naar de winkel?
C
Bedankt voor uw mail.
D
Groetjes..
Slide 6 - Quiz
Wat is een correcte aanhef voor de mail?
A
Hoi meneer/mevrouw,
B
Beste meneer/ mevrouw,
C
Geachte meneer/ mevrouw,
D
Ha meneer/ mevrouw,
Slide 7 - Quiz
Wat is een correcte slotgroet voor een zakelijke mail?
A
groetjes...
B
Met vriendelijke groet,
C
Doei...
D
Groeten,
Slide 8 - Quiz
Opdracht
Wat? Maken werkblad formeel/informeel taalgebruik
Hoe? Groepjes van twee
Tijd? 10 minuten
Klaar? rustig iets voor jezelf doen
timer
14:00
Slide 9 - Slide
Werkblad nabespreken
Slide 10 - Slide
Project: schrijven
Les 3
Slide 11 - Slide
Voor de vakantie
- Uitnodiging gemaakt voor een klassenuitje naar een All You Can Eat Restaurant.
- Gesproken over formeel en informeel taalgebruik
Slide 12 - Slide
Doelen
1. We werken samen aan deze opdrachten.
2. Je kent het verschil tussen informele en formele taal.
Slide 13 - Slide
Zakelijke mail
Slide 14 - Mind map
Schrijven van een email
Stap 1: Begin met een aanhef, gevolgd door een komma.
Bijvoorbeeld:
Beste mevrouw Verhagen of Geachte mevrouw of meneer.
Slide 15 - Slide
Schrijven van een email
Stap 2: Schrijf daarna een introducerende zin.
Dus waarom je deze email schrijft.
Bijvoorbeeld:
Voor een opdracht voor school schrijf ik u deze email.
Slide 16 - Slide
Schrijven van een email
Stap 3: Leg uit wie je bent en waarom je mailt.
Bijvoorbeeld:
Mijn naam is Inge Slot en ik ben op zoek naar informatie over de tennisvereniging.
Slide 17 - Slide
Schrijven van een email
Stap 4: Leg uit wat je precies wilt vragen.
Bijvoorbeeld:
Wanneer zijn de tennislessen voor 12-jarigen? Hoe lang duren de lessen? Wat zijn de kosten voor een abonnement?
Slide 18 - Slide
Schrijven van een email
Stap 5: Sluit je email af met een slotzin.
Bijvoorbeeld:
Alvast bedankt voor de moeite.
Slide 19 - Slide
Schrijven van een email
Stap 6: Vergeet niet je naam te noteren.
Bijvoorbeeld:
Met vriendelijke groet,
Inge Slot
Slide 20 - Slide
Altijd belangrijk!
Spreek de ander aan met U en blijf netjes.
Maak goede zinnen (let op hoofdletters, punten, komma's en vraagtekens).
Laat eventueel je mail controleren door een ander.
Slide 21 - Slide
Een zakelijke email
Slide 22 - Slide
Situatie (2)
Iedereen is enthousiast om te gaan eten bij dit restaurant. Je gaat direct reserveren. Later hoor je dat sommige klasgenoten het toch wel duur vinden. Je mentor is het daar mee eens. Hij zegt dat je kunt proberen groepskorting te krijgen.
Opdracht
Open je mailprogramma
Typ in het mailprogramma het adres in: seh.hagenstein@wellant.nl