Procenten

Rekenen met procenten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Rekenen met procenten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De 5 manieren om met procent te rekenen.

1. Bereken de korting op een bedrag. Als je 40% korting krijgt op een bedrag van € 80 dan bereken je dat als volgt:
Bedrag waarover je de korting berekent/100* het percentage.

In dit voorbeeld € 80/100= 0,8*40= € 32 korting

Slide 3 - Slide

2.Zelf  percentage berekenen
Stel 200 personen van de 800 sportschoolabonnementen worden opgezegd door de corona crisis.
Wat is het % opzeggingen?
Formule: Deel : Geheel X 100 
200:800x100=25%

Slide 4 - Slide

3.Berekening % stijging/daling
Formule: (nieuw-oud):oudx100
De nieuwe prijs van een bepaalde telefoon is € 840. 
De oude prijs voor die telefoon 800.

Berekening (€840-€ 800):800x100= 5%

Slide 5 - Slide

4.Prijsverschil in %
Bereken eerst het prijsverschil en zoek het woordje dan op in de zin. Het bedrag wat na het woordje dan wordt genoemd is het bedrag waardoor moet worden gedeeld.
Bijvoorbeeld: bij de AH kost een blikje red bull € 1,15 en bij de Jumbo € 1,00. Hoeveel % is het blikje bij de AH duurder dan bij de Jumbo.
(€ 1,15-€ 1,00)/€ 1,00= € 0,15/€ 100*100=15%

Slide 6 - Slide

5.Terug rekenen naar 100%
Reken eerst terug naar 1% en vervolgens naar 100%.
Een jas kost nu € 48 met een korting van 40% (dus 60% betalen)
Wat kostte de jast zonder korting.

€ 48: € 60X100= € 80

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is het percentages likes (210 likes) ten opzichte van het aantal volgers (680)?

Slide 9 - Slide

Wat is de procentuele stijging van de verkochte zakken chips ?

Slide 10 - Slide

Hoeveel % is de spelcomputer bij Slank (€ 399) duurder dan bij Pluto (€ 380)

Slide 11 - Slide

Bijklussen op het toilet: € 73,50 is 35% van het loon. Wat verdien je bij 100%.?

Slide 12 - Slide

Hoeveel is deze breuk in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 13 - Quiz

De formule (Nieuw- Oud) / Oud x 100 gebruik ik bij ...
A
procenten omrekenen naar bedragen of aantallen
B
procentuele veranderingen

Slide 14 - Quiz

Een broek was €40,- en is in de aanbieding voor €35,-
A
(nieuw-oud)/oud x 100%
B
deel / geheel x 100%
C
procenten uitrekenen

Slide 15 - Quiz

In 2017 waren er 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren er 8.

Wat is de groei in procenten?
A
25%
B
50%
C
75%
D
150%

Slide 16 - Quiz

Als je met 1 dag werken € 40 verdient en als dat 5% van je maandinkomen is , wat is dan je maandinkomen
A
600
B
700
C
800
D
900

Slide 17 - Quiz

Jaarinkomen € 10.000 . De eerste
€ 6.000: geen belasting , over het meerdere 35%. Wat betaal je?

Slide 18 - Open question