This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
Grote verhalen 1
Deze lessonup helpt je te leren nadenken over de grote verhalen en hoe we ze gaan toetsen.
Slide 1 - Slide
Wat is het thema van een verhaal?
A
Het thema van je verhaal is de persoon waar het verhaal over gaat.
B
Het thema van een verhaal is het belangrijkste van een verhaal.
C
Het thema van een verhaal is het hoofdonderwerp dat als het ware door je hele verhaal heen loopt.
D
Het thema van een verhaal is de eindconclusie.
Slide 2 - Quiz
De meester en zijn leerling kenden elkaar al jaren en heel erg goed en gingen regelmatig na de lessen in gesprek met elkaar over het leven. Toen de meester erachter kwam dat de leerling meer wist, voelde hij zichzelf heel warm en vervelend worden. Hij zou toch meer moeten weten dan de leerling?
Sleep de thema's die erbij horen naar het volgende verhaal:
Jaloezie
Familie
Vergeving
Vriendschap
Liefde
Romantiek
Avontuur
Onderdrukking
Bevrijding
Verandering
Strijd/conflict
Overwinning
Goed/kwaad
Verlies
Dood
Wijsheid/kennis
Magie
Verraad
Moed
Angst
Overleven
Tijd
Identiteit
Slide 3 - Drag question
Vader droeg altijd al zijn kinderen op om dagelijks hun huiswerk te maken en hun kamer op te ruimen. Robin, de oudste, vond zichzelf oud en wijs genoeg om zelf te bepalen wanneer die dit zou doen. Toen vader Robin's kamer inspecteerde werd hij furieus: zolang jij hier woont, doe je wat ik zeg!
Sleep de thema's die erbij horen naar het volgende verhaal:
Jaloezie
Familie
Vergeving
Vriendschap
Liefde
Romantiek
Avontuur
Onderdrukking
Bevrijding
Verandering
Strijd/conflict
Overwinning
Goed/kwaad
Verlies
Dood
Wijsheid/kennis
Magie
Verraad
Moed
Angst
Overleven
Tijd
Identiteit
Slide 4 - Drag question
De vos had honger en nergens op de akker waar hij woonde liep ook maar een muis. Hij moest iets eten en dat betekende dat hij het bos in moest. Iets wat hij nog nooit gedaan had. Hij besloot om het bos in te gaan en al snel zag hij daar wat kruipen. Die avond sliep hij met een volle maag.
Sleep de thema's die erbij horen naar het volgende verhaal:
Jaloezie
Familie
Vergeving
Vriendschap
Liefde
Romantiek
Avontuur
Onderdrukking
Bevrijding
Verandering
Strijd/conflict
Overwinning
Goed/kwaad
Verlies
Dood
Wijsheid/kennis
Magie
Verraad
Moed
Angst
Overleven
Tijd
Identiteit
Slide 5 - Drag question
Sleep het bijbehorende thema naar de juiste afbeelding.
Familie
Liefde
Romantiek
Avontuur
Verlies
Dood
Magie
Moed
Overleven
Slide 6 - Drag question
Wat is de boodschap van een verhaal?
A
Levensles of wijze les
B
Kerngedachte schrijver
C
Hoe gedragen mensen zich?
Hoe moet je je gedragen?
D
Allemaal
Slide 7 - Quiz
Wat is de boodschap van Adam en Eva?
A
Appels zijn gezond
B
Je moet luisteren naar iemand met gezag, de baas.
C
Je kan slangen niet vertrouwen
D
God vergeeft
Slide 8 - Quiz
Wat is de hoofdpersoon in een verhaal?
A
De hoofdpersoon is het leukste personage in een verhaal.
B
De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in een verhaal.
C
De hoofdpersoon "wint" altijd in het verhaal.
D
Over de hoofdpersoon wordt het meest geschreven.
Slide 9 - Quiz
Hoofdpersoon/hoofdpersonen in het scheppingsverhaal.
A
Adam, Eva en de slang
B
Adam en Eva
C
Adam
D
Eva
Slide 10 - Quiz
2 Boodschappen en 2 thema's. Sleep de juiste woorden op de juiste "zinnen". Iedere zin krijgt 1 woord.
Zo mooi als de wereld nu is, moet ze altijd blijven.
Schepping
Goed en kwaad
Met een bang hart gingen Adam en Eva weg uit de tuin.
thema
thema
boodschap
boodschap
Slide 11 - Drag question
Wat heeft God op de eerste dag geschapen?
A
De mens
B
De aarde
C
Licht
D
Het heelal
Slide 12 - Quiz
Wat wil God?
A
Chaos
B
Orde
C
Rechtvaardigheid
D
Mensen
Slide 13 - Quiz
God wil dat...
A
de mens gezond eet
B
de mens niet die ene vrucht eet
C
de mens met hem loopt
D
de mens hem gehoorzaamt
Slide 14 - Quiz
Als Adam en Eva het paradijs verlaten dan
A
zullen ze voortaan God moeten zoeken
B
moeten ze werken voor hun geld.
C
moeten ze God zoeken
D
lopen ze over distels en doornen.
Slide 15 - Quiz
Wat betekent de boodschap "Zo mooi als de wereld nu is, moet ze altijd blijven." in jouw leven?
A
Dat je mooie bloemen moet laten staan.
B
Dat je mooie dieren niet moet doden.
C
Dat je al dat leeft met respect moet behandelen.
D
Dat je al dat leeft gebruikt voor je plezier.
Slide 16 - Quiz
God bestraft Adam en Eva voor het niet luisteren naar hem en stuurt hen uit de tuin. Welke van de voorbeelden hieronder lijkt daar het meeste op?