3.4 Spelling 2E 5-12-2017

Spelling en woordsoorten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling en woordsoorten

Slide 1 - Slide

Terugblik
  • Punten, vraagtekens, uitroeptekens
  • Komma's - let op: tussen 2 pv's en tussen 2 bvn's
  • Hoofdletters, ook bij heilige zaken (God, Bijbel, Koran)
  • trema's bij meervouden

Slide 2 - Slide

Terugblik
znw, bnw, lw, bw, vz, ww
Voornaamwoorden: 
persoonlijk, wederkerend, bezittelijk, vragend, aanwijzend, betrekkelijk en onbepaald

Slide 3 - Slide

Lesdoelen vandaag

  • Je kunt hoofdletters correct gebruiken
  • Je kunt punten, komma's en aanhalingstekens gebruiken
  • Je kunt een trema  " op de juiste plaats in een woord zetten
  • Je kunt de woorden van een zin correct benoemen

Slide 4 - Slide

Kijk, daar heb je Mevrouw van de Water!
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Tegenwoordig heet ze mevrouw van de Water-de Vries.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Meervoud van: bacterie
A
Bacterieën
B
Bacteriën
C
Bacterieeën

Slide 7 - Quiz

Meervoud van: bangerik
A
Bangerikken
B
Bangeriken

Slide 8 - Quiz

Als ik een grote bruine hond zie word ik blij.
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 9 - Quiz

In de *erstvakantie ga ik uitslapen.
A
hoofdletter K
B
kleine letter k

Slide 10 - Quiz

Ik begrijp het onderdeel spelling
A
ja ,maar ik moet nog wel oefenen
B
nee, niet echt
C
ja, ik ben klaar voor de so
D
ja

Slide 11 - Quiz

Hoe laat is het?
hoe - welke woordsoort?
A
vragend vnw
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
betrekkelijk vnw

Slide 12 - Quiz

Hij wast zich
hij- welke woordsoort?
A
wederkerend vnw
B
aanwijzend vnw
C
persoonlijk vnw
D
bezittelijk vnw

Slide 13 - Quiz

Hij wast zich
zich - welke woordsoort?
A
wederkerend vnw
B
aanwijzend vnw
C
persoonlijk vnw
D
bezittelijk vnw

Slide 14 - Quiz

Het regent de hele dag, wat ik niet leuk vind.
wat - woordsoort
A
vragend vnw
B
bijwoord
C
betrekkelijk vnw
D
aanwijzend vnw

Slide 15 - Quiz

Zijn fiets is vorige week gestolen.
zijn - woordsoort
A
bezittelijk vnw
B
persoonlijk vnw
C
bijvoeglijk naamwoord
D
wederkerend vnw

Slide 16 - Quiz

Chocolade is heel erg lekker.
heel woordsoort
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 17 - Quiz

Zelfstandig werken en verlengde instructie
Afmaken:  Leswijs oefentoets 3.3 + 3.4
Klaar? maken opgaven op www.cambiumned.nl
(kijk bij aantekeningen in Leswijs voor de link -
  kies welke oefening nuttig is voor jou) 

--> we werken in stilte!

Verlengde instructie met extra uitleg


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide