This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Wanneer? Korte actie in het verleden die is afgelopen.
Signaalwoorden: Yesterday, last year, in 1999
The most exciting thing ______________ (happen) to me last week.
Wanneer? Langere actie in het verleden
Vaak moet je dus bepalen wat de langere actie is en wat de korte actie is.
I __________ (call) when the bus ______ (stop).
Wanneer? Actie die in het verleden begon en nu nog steeds invloed heeft. Signaalwoorden: FYNE JAS
We __________________ (be) married for 20 years.