What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
lj 1 5.7 Grammatica
Wat weet je al?
Welke woordsoorten ken je?
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat weet je al?
Welke woordsoorten ken je?
Slide 1 - Slide
Doel van deze les:
- Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord (PSV) en een bezittelijk voornaamwoord (BZV) is, en kunt deze aanwijzen in een zin.
Slide 2 - Slide
Dit weet je al:
Lidwoord (LW)
Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Werkwoord (WW)
Voorzetsel (VZ)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Samengevat:
- Een PSV staat in de plaats van een naam of ding (ZN).
- Een PSV verwijst naar een mens, dier of ding.
- Je gebruikt het bijvoorbeeld om te voorkomen dat je steeds hetzelfde woord gebruikt.
Slide 8 - Slide
Instapopdracht
Slide 9 - Slide
Vorm tweetallen
Slide 10 - Slide
Wat is de betekenis van: beperkt blijven tot
A
telkens weer, regelmatig
B
klaar
C
de richting op gaan van
D
niet verder gaan dan
Slide 11 - Quiz
Welk woord geeft bezit aan?
Zij heeft mijn auto geleend.
Slide 12 - Open question
Welk woord geeft bezit aan?
Was jij je haar vaak?
Slide 13 - Open question
Welk woord kun je vervangen door je eigen naam? Zij wilde bloemen meebrengen voor haar oma.
Slide 14 - Open question
Hij wil mij een cadeautje geven.
Hij = ?
A
PSV
B
BZV
Slide 15 - Quiz
Hij wil mij een cadeautje geven.
Mij = ?
A
PSV
B
BZV
Slide 16 - Quiz
Ik heb meneer Veldhuis gebeld.
PSV = ?
A
Ik
B
meneer
C
Veldhuis
D
gebeld
Slide 17 - Quiz
Jennifer heeft een proefwerk gemaakt.
Jennifer = ?
A
ZN
B
PSV
C
een en proefwerk
D
heeft en gemaakt
Slide 18 - Quiz
Taak voor vandaag:
- Maak paragraaf 5.7 (opdracht 1 t/m 6)
- Als je nog niet klaar bent: paragraaf 5.5
Slide 19 - Slide
Even herhalen
- Een PSV staat in een de plaats van een zelfstandig naamwoord
- Een PSV 'verwijst' dus naar een woord dat eerder is gebruikt
- Voorbeelden van PSV zijn: ik, jij, haar, hij, we, jullie, ons
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Wat is de betekenis van: beperkt blijven tot
A
telkens weer, regelmatig
B
klaar
C
de richting op gaan van
D
niet verder gaan dan
Slide 23 - Quiz
De dans ontspringen.
A
Je hoeft niet naar je werk vandaag.
B
Je hoeft niet mee te doen met iets dat je erg vervelend vindt.
C
Je hoeft niet te dansen met de tante die je altijd natte zoenen geeft.
D
Je hebt een fout gemaakt, maar gelukkig kun je die top tijd herstellen.
Slide 24 - Quiz
Wat is het PSV?
Lianne heeft een cadeautje gekregen van haar.
Slide 25 - Open question
Welk woord is een PSV?
Wie heeft dat jou verteld?
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Even herhalen
- Een PSV staat in een de plaats van een zelfstandig naamwoord
- Een PSV 'verwijst' dus naar een woord dat eerder is gebruikt
- Voorbeelden van PSV zijn: ik, jij, haar, hij, we, jullie, ons;
Hi
j heeft
haar
gevraagd naar
ons
te komen.
Slide 28 - Slide
BZV
- Een BZV geeft 'bezit' aan.
- Je kunt een BZV vervangen door 'mijn' als test.
- Voorbeelden van een BZV zijn: jouw, mijn, onze, zijn, haar
Slide 29 - Slide
Welk woord is een BZV?
Mijn zusje kan soms zó irritant zijn.
Slide 30 - Open question
Welk woord is een BZV?
Wie heeft haar boek geleend?
Slide 31 - Open question
Welk BZV hoort bij 'ik'?
Slide 32 - Open question
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Taak voor deze week:
• Maken opdrachten van 5.5: 1 t/m 7, 9 t/m 16
• maken opdrachten van 5.7: 1 t/m 12, 15, 18 en 20
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
More lessons like this
5.7 Grammatica les 1 1KGT
May 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
5.7 Grammatica les 2 1KGT
May 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
H4L22 - 1VMA - Vrijdag 14 juni - Grammatica - persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
June 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
5.7 Grammatica les 2A 1KGT
May 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
H4L22 - 1VMA - Vrijdag 14 juni - Grammatica - persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
June 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten 5.7
May 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
5.7 grammatica pers. en bez. voornaamwoord
April 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
5.7 grammatica
May 2020
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1