ICT les over Word, Excel, PowerPoint, Voetbal, Computer. Met vragen.
ICT les over Word, Excel, PowerPoint, Voetbal, Computer. Met vragen.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
ICT les over Word, Excel, PowerPoint, Voetbal, Computer. Met vragen.
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je werken met Word, Excel, PowerPoint en de computer. Ook weet je meer over voetbal.
Slide 2 - Slide
Vertel de leerlingen aan het begin van de les wat het doel is. Dit geeft hen een doel om naar toe te werken.
Wat weet je al over ICT en voetbal?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is ICT?
ICT staat voor Informatie en Communicatie Technologie en omvat alle technologie die ons helpt informatie te verwerken en te communiceren.
Slide 4 - Slide
Geef een korte uitleg over wat ICT is en waarom het belangrijk is.
Microsoft Word
Microsoft Word is een programma waarmee je documenten kunt maken en bewerken. Het is handig voor schoolopdrachten en werkstukken.
Slide 5 - Slide
Laat de leerlingen zien hoe ze een document kunnen maken en bewerken in Word.
Microsoft Excel
Microsoft Excel is een programma waarmee je gegevens kunt ordenen en berekeningen kunt uitvoeren. Het is handig voor bijvoorbeeld het bijhouden van je financiën.
Slide 6 - Slide
Laat de leerlingen zien hoe ze een eenvoudige berekening kunnen maken in Excel.
Microsoft PowerPoint
Microsoft PowerPoint is een programma waarmee je presentaties kunt maken. Het is handig voor het geven van spreekbeurten en presentaties.
Slide 7 - Slide
Laat de leerlingen zien hoe ze een eenvoudige presentatie kunnen maken in PowerPoint.
Voetbal
Voetbal is een populaire sport over de hele wereld. Het wordt gespeeld met een bal en twee teams van elf spelers.
Slide 8 - Slide
Geef een korte uitleg over voetbal en waarom het zo populair is.
Geschiedenis van voetbal
Voetbal bestaat al meer dan 2000 jaar en is ontstaan in China. Tegenwoordig wordt het over de hele wereld gespeeld en is het de populairste sport ter wereld.
Slide 9 - Slide
Vertel de leerlingen iets over de geschiedenis van voetbal en hoe het zich heeft ontwikkeld tot de sport die we vandaag de dag kennen.
Regels van voetbal
Voetbal heeft een aantal regels die moeten worden gevolgd tijdens het spelen. Bijvoorbeeld: niet met je handen spelen en niet buitenspel staan.
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen zien wat de belangrijkste regels van voetbal zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Basisvaardigheden van voetbal
Er zijn een aantal basisvaardigheden die je moet hebben om goed te kunnen voetballen, zoals passen, dribbelen en schieten.
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen zien hoe ze deze basisvaardigheden kunnen oefenen en verbeteren.
De computer
Een computer is een apparaat waarmee je informatie kunt verwerken en communiceren. Het bestaat uit verschillende onderdelen, zoals een monitor, toetsenbord en muis.
Slide 12 - Slide
Geef een korte uitleg over wat een computer is en waarom het belangrijk is.
Onderdelen van de computer
Een computer bestaat uit verschillende onderdelen, zoals een monitor, toetsenbord, muis en computerkast. Elk onderdeel heeft een specifieke functie.
Slide 13 - Slide
Laat de leerlingen zien welke onderdelen de computer heeft en waarvoor ze dienen.
Besturingssystemen
Een besturingssysteem is het programma dat ervoor zorgt dat de computer goed werkt. Voorbeelden van besturingssystemen zijn Windows en MacOS.
Slide 14 - Slide
Geef een korte uitleg over wat een besturingssysteem is en waarom het belangrijk is.
Computervaardigheden
Om goed te kunnen werken met een computer, moet je een aantal vaardigheden hebben, zoals typen, internetten en bestanden opslaan.
Slide 15 - Slide
Laat de leerlingen zien hoe ze deze computervaardigheden kunnen oefenen en verbeteren.
Vragen over Word
Wat is de sneltoets om een document op te slaan? Hoe maak je een tabel in Word? Wat is het verschil tussen opslaan en opslaan als?
Slide 16 - Slide
Stel de leerlingen een aantal vragen over Word om te testen wat ze hebben geleerd.
Vragen over Excel
Wat is de sneltoets om een formule in te voegen? Hoe maak je een grafiek in Excel? Wat is het verschil tussen een rij en een kolom?
Slide 17 - Slide
Stel de leerlingen een aantal vragen over Excel om te testen wat ze hebben geleerd.
Vragen over PowerPoint
Hoe voeg je een afbeelding toe aan een dia? Wat is het verschil tussen animatie en overgang? Hoe sla je een presentatie op als een PDF-bestand?
Slide 18 - Slide
Stel de leerlingen een aantal vragen over PowerPoint om te testen wat ze hebben geleerd.
Vragen over voetbal
Hoe lang duurt een voetbalwedstrijd? Wat is buitenspel? Hoe heet de trofee die wordt uitgereikt aan de winnaar van het WK?
Slide 19 - Slide
Stel de leerlingen een aantal vragen over voetbal om te testen wat ze hebben geleerd.
Vragen over de computer
Wat is een monitor? Wat is een besturingssysteem? Wat is RAM-geheugen?
Slide 20 - Slide
Stel de leerlingen een aantal vragen over de computer om te testen wat ze hebben geleerd.
Evaluatie
Wat vond je het leukst aan deze les? Wat heb je geleerd? Welke onderwerpen wil je nog meer leren?
Slide 21 - Slide
Vraag de leerlingen om feedback over de les en wat ze nog meer willen leren.
Afsluiting
Bedankt voor jullie aandacht en inzet vandaag. Tot de volgende keer!
Slide 22 - Slide
Sluit de les af door de leerlingen te bedanken en succes te wensen met hun verdere leerproces.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 23 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 24 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 25 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.