• welke teksten passen bij leesdoelen: iets maken of doen
en iets kopen
• hoe zie je snel of een tekst past bij je leesdoel
• besluiten of je de hele tekst gaat lezen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Strategie: doel bepalen
• welke teksten passen bij leesdoelen: iets maken of doen
en iets kopen
• hoe zie je snel of een tekst past bij je leesdoel
• besluiten of je de hele tekst gaat lezen
Slide 1 - Slide
Bekijk de teksten op blz.2
Slide 2 - Slide
Stel, je gaat naar het (Y)our Rights Festival. Je wilt weten wat je allemaal kunt doen. Welke tekst kun je het best lezen?
A
tekst 1
B
tekst 2
C
tekst 3
Slide 3 - Quiz
Waar zie je aan dat je die tekst het best kunt lezen?
A
Ik zie het alleen aan de titel
B
Ik zie het aan de titel en het plaatje
Slide 4 - Quiz
Wat is dit voor een tekst?
A
advertentie
B
regels
C
folder
D
tips
Slide 5 - Quiz
Welk leesdoel past het best bij deze tekst?
A
Ik wil iets kopen
B
Ik wil iets maken of doen.
Slide 6 - Quiz
Bekijk tekst 2
Slide 7 - Slide
Wat is dit voor een tekst?
A
Het is een advertentie.
B
Het is een handleiding.
Slide 8 - Quiz
Waar kun je deze tekst vinden?
A
in een kookboek met recepten
B
in een leesboek voor kinderen
C
op een website over kinderrechten
D
in de bieb bij de s van spreekbeurt
Slide 9 - Quiz
Bekijk tekst 3. Overleg in je groepje: a Wat is dit voor een tekst? b Voor wie is dit een goede tekst?
Slide 10 - Open question
Kijk naar: plaatje tekst 1. Je ziet allemaal namen. Wat zijn dit voor namen?
Slide 11 - Open question
De tweede naam is: Praten over armoede en schulden. Stel, daar wil jij meer over lezen. Waar klik je op?
Slide 12 - Open question
instructieve tekst
reclametekst
lees de 3 teksten. Welke tekstsoorten zijn het?
Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
Slide 13 - Drag question
Kijk naar tekst 2.
Mara wil weten welke spullen zij kan bestellen voor haar spreekbeurt.
In welke zin haalt zij haar leesdoel? Markeer de zin in de tekst.
Slide 14 - Slide
Mara wil ook weten hoe duur de spullen zijn en waar zij ze kan bestellen. Moet zij de tekst helemaal lezen?
A
Ja, ze moet de hele tekst lezen.
B
Nee, ze hoeft alleen te kijken naar de roze woorden.
Slide 15 - Quiz
Kijk naar tekst 3.
Wiebe wil weten wanneer het Kinderrechten Filmfestival is.
Haalt hij zijn leesdoel?
Armen omhoog = ja
Armen omlaag = nee
Slide 16 - Slide
Op het (Y)our Rights Festival kun je blindvoetballen. Kinderen doen geen blindoek om, maar de volwassenen wel. Waarom is dat, denk je? Wat leren volwassenen daarvan?