Week 10 h/v

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Tekstdoelen

Wat heb je nodig?

- Kern lesboek

- Etui

- Schrift

- Laptop en oplader

Terugblik: welke tekstdoelen ken jij nog?

En welke kenmerken horen daarbij?

Leerdoelen

We herhalen alle leerdoelen

Test jezelf!

Hierna volgen 8 vragen over tekstdoelen en leesdoelen. Test jezelf of jij alles nog weet!

Wat is het verschil tussen een leesdoel en een tekstdoel?

Welk tekstdoel hoort bij dit leesboek?

Welk tekstdoel hoort bij een advertentie?

1. overtuigen
2. instrueren
3. activeren
4. amuseren

Welke leesstrategie gebruik je als je alleen wil weten waar een tekst over gaat?

Wat is GEEN voorbeeld van een informatieve tekst?

1. recept
2. stripverhaal
3. planning
4. gebruiksaanwijzing

Bij welke tekstsoort worden vooral feiten gebruikt?

Waar draait het om bij het tekstdoel overtuigen?

1. de mening van de schrijver
2. de lezer over te halen
3. feiten
4. de lezer iets uitleggen

Geef een synoniem van 'amuseren'

Hoe ziet de structuur van een tekst eruit?

Welk tekstdoel hoort bij een geboortekaartje?

Wat doe je als je intensief leest?

1. De hele tekst lezen
2. Trefwoorden in de tekst zoeken
3. De hele tekst lezen en moeilijke woorden opzoeken
4. De hele tekst lezen en een samenvatting maken

Wat is het verschil tussen overtuigen en activeren?

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

1. Het belangrijkste in de tekst
2. Het onderwerp

10 of minder goed?

-> Oefen met de oefenbladen

Woordjes overhoren

Algemene tips: vragen

1. De vragen staan (bijna) altijd op volgorde van de tekst. 
2. De tekst is jouw antwoordenboekje. 
3. Maak van de vraag het begin van jouw antwoord. Op die manier maak je er een soort invuloefening van. 
4. Kijk eerst of je de vraag begrijpt, zo niet: pluis hem uit. 
5. Wees uitgebreid, een docent moet aan jouw antwoord EXACT kunnen zien wat je bedoelt. 

Voorbeeld

1. Wat zou het tekstdoel zijn van deze tekst?

Antwoord 1: informeren
Antwoord 2: Het tekstdoel van deze tekst is informeren.

2. Lees de tekst globaal. Waar denk je dat de tekst over gaat?

Antwoord 1: Ik denk dat de tekst gaat over verkoudheid.

Antwoord 2: Over het voorkomen van verkoudheid.

Aan de slag!

Oefen voor de toetsweek:

- Maak oefenbladen en kijk na!

- Overhoor jezelf

- Maak een samenvatting van alle theorie/aantekeningen