casus 1 paragraaf 2

Wat gaan we doen vandaag?
- Ga zitten, pak je spullen voor je.
- Herhalen van de vorige les. Waar ging het ook alweer over?
- Leerdoelen van vandaag
- Instructie.
- Werken aan je huiswerkopdrachten.
- Nakijken van de opdrachten.
- Terugkoppeling van de leerdoelen van vandaag.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
- Ga zitten, pak je spullen voor je.
- Herhalen van de vorige les. Waar ging het ook alweer over?
- Leerdoelen van vandaag
- Instructie.
- Werken aan je huiswerkopdrachten.
- Nakijken van de opdrachten.
- Terugkoppeling van de leerdoelen van vandaag.

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Onderwerp
  • Oriënterend lezen
  1. Lees de titel
  2. Bekijk de afbeeldingen
  3. Lees de titel die boven tekstgedeeltes staan (tussenkopjes)
  4. Zijn er woorden anders geschreven (vet, cursief)
  5. Worden woorden vaker gebruikt?
  6. Lees de eerste alinea
  7. Waar gaat deze tekst over (één woord, meerdere woorden)

Slide 7 - Slide

Onderwerp kijk- en luisterfragment
  1. Onderwerp hoor je vaak in de inleiding.
  2. Nieuwsuitzending vaak meerdere onderwerpen.
  3.  Onderwerp vinden:
  • Let op de titel
  • Luister goed naar de eerste zinnen
  • Let op woorden die vaker gebruikt worden
  • Geef antwoord op de vraag: waar gaat dit programma of filmpje over?

Slide 8 - Slide

Opdracht 1, 3, 4
  • Luister naar de fragmenten.
  • Maak de opdrachten (in tweetallen)

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Maken opdracht 1, 3 en 4

Slide 10 - Slide

Waar ging de vorige les over?
Casus 1 paragraaf 2 les 1

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdracht 5, 6 en 7

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Maken opdracht 5, 6 en 7

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 17 - Quiz