Thema dieren (reptielen en amfibieën)

Thema dieren
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 6

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema dieren

Slide 1 - Slide

Uitleg over de thema's
wij gaan twee weken werken over een diersoort, daarna veranderen we van diersoort(en). Na de herfstvakantie beginnen we met een nieuw thema.

Slide 2 - Slide

dieren

Slide 3 - Mind map

Alle dieren moeten in het wild leven (ook honden, katten, paarden enzovoort)
ja
nee
alleen de huisdieren niet
nee, juist meer dieren moeten als huisdier gehouden worden.

Slide 4 - Poll

Deze  twee weken
thema reptielen en amfibieën 

Slide 5 - Slide

Amfibieën

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Amfibieën 

Slide 8 - Slide

Weetjes over amfibieën

- Ze zijn koudbloedig.
-  Ze zijn gewerveld.
- Ze hebben een gladde en naakte huid.
- In hun ontwikkeling vindt er een metamorfose plaats.
- Hun huid bevat klieren (die soms giftig zijn)
-  Ze vervellen af en toe, maar meer dan een reptiel.
- Ze ademen zowel met hun longen als met hun huid.
- Ze leggen eieren waar larven uitkomen.

Slide 9 - Slide

Hoe kunnen amfibieën in Nederland leven?
- De kikkers en padden die in Nederland leven zijn helemaal gewend aan ons klimaat.

Slide 10 - Slide

Kikker 
Pad

Slide 11 - Slide

Wie kan er ver springen?
A
Kikker
B
Pad

Slide 12 - Quiz

Welk dier heeft een droge, bobbelige huid?
A
Kikker
B
Pad

Slide 13 - Quiz

Welk dier is groter?
A
Kikker
B
Pad

Slide 14 - Quiz

Salamander
Wormsalamander

Slide 15 - Slide

Wat is het grootste verschil tussen deze twee dieren?
A
Ze hebben niet dezelfde naam
B
De een komt voor in Nederland en de andere niet
C
Ze leven niet in Nederland
D
Ze leven allebei in Nederland

Slide 16 - Quiz

Wie heeft een geschubde huid?
A
Salamander
B
Wormsalamander

Slide 17 - Quiz

Welk dier komt voor in Nederland?
A
Salamander
B
Wormsalamander

Slide 18 - Quiz

Vuursalamander (Zuid-Limburg)
Kamsalamander

Slide 19 - Slide

Kleine watersalamander
Alpenwatersalamander

Slide 20 - Slide

Vinpootsalamander

Slide 21 - Slide

Week 2

Slide 22 - Slide

Reptielen

Slide 23 - Mind map

Gifslang
Ratelslang

Slide 24 - Slide

Wurgslang

Slide 25 - Slide

Ik ben een gifslang

Ik ben een wurgslang

Ik ben een ratelslang

Slide 26 - Drag question

Wie is de grootste slang ter wereld?
A
Python
B
Anaconda
C
Cobra
D
Ratelslang

Slide 27 - Quiz

Anaconda

Slide 28 - Slide

Kunnen slangen horen?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Schildpad
Krokodil

Slide 30 - Slide


Er zijn drie soorten schilpadden
- Landschildpad
- Zeeschildpad
- Moerasschildpad

Slide 31 - Slide

Ik leef in moerrasgebieden.

Ik leef op het land.

Ik leef in de zee.

Slide 32 - Drag question

Welke soort schildpad komt hier niet voor in Nederland?
A
Landschildpad
B
Zeeschildpad
C
D
Moerasschildpad

Slide 33 - Quiz

Hoe oud kan een schildpad worden?
A
5 jaar
B
50 jaar
C
10 jaar
D
100 jaar

Slide 34 - Quiz

Er zijn vijftien soorten krokodillen.

Er leven geen krokodillen in Nederland.

Kaaimannen en alligators behoren tot dezelfde familie. Krokodillen behoren tot een andere familie, maar lijken wel veel de andere twee.

Slide 35 - Slide

Krokodil
Kaaiman

Slide 36 - Slide

Alligator

Slide 37 - Slide

Verschil tussen een krokodil en alligator

Als een krokodil zijn bek dicht doet zie je zijn boven- en onder tanden.

Bij een alligator zie je alleen zijn boven tanden.

Krokodillen eten vogels en grote zoogdieren.
Alligators zoogdieren, vis en andere reptielen.

Slide 38 - Slide

Hebben krokodillen een tong?
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz


Hoeveel soorten krokodillen zijn er?
A
5
B
25
C
15
D
35

Slide 40 - Quiz

Hagedissen

Slide 41 - Slide

Kameleon
Leguaan

Slide 42 - Slide

Gekko
Varaan

Slide 43 - Slide

Wie kan er van kleur veranderen?
A
Leguaan
B
Varaan
C
Kameleon
D
Gekko

Slide 44 - Quiz

Wie heeft er stekels?
A
Gekko
B
Kameleon
C
Varaan
D
Leguaan

Slide 45 - Quiz