2. Toonhoogte en frequentie

1 / 43
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 2 - Slide

Hoge/lage tonen
Strakker/losser, dikker/dunner en korter/langer werken voor alle snaarinstrumenten. Dus ook voor de viool, cello, contrabas, basgitaar, piano, harp, etc. De lengte gaat ook op voor blaasinstrumenten. 
Hoe langer de pijp van bijvoorbeeld een orgel, hoe lager het geluid dat deze maakt. 

Slide 3 - Slide

Stemvork
Een stemvork trilt als hij geluid maakt. Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. Als je een been van een stemvork in slowmotion bekijkt zie je dat hij steeds heen en weer beweegt. Als je de stemvork 
  met rust laat, komen de 
     benen uiteindelijk tot 
            stilstand. 

Slide 4 - Slide

Trillingen
Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. 

Slide 5 - Slide

Opdracht 1
Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding getekend?

Slide 6 - Slide

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 

Slide 7 - Slide

Frequentiebereik mens
Mensen kunnen niet alle frequenties horen. De frequenties die mensen kunnen horen liggen tussen de 20 en 20.000 Hz. We noemen dit het
frequentiebereik van het mensenlijk gehoor. Dit frequentiebereik wordt kleiner als we ouder worden. We horen dan steeds minder lage en
hoge tonen. 

Slide 8 - Slide

Frequentiebereik dieren

Slide 9 - Slide

Frequentiebereik dieren
Frequenties die boven het menselijk frequentiebereik liggen noemen we ultrasoon. Als de frequentie onder het menselijk frequentiebereik ligt noemen we het geluid infrasoon. 
Een vleermuis kan ultrasoon geluid horen. Een vleermuis kan makkelijk geluiden horen van 100.000 Hz en kan een olifant geluiden horen van 16 Hz. 
In de afbeelding hiernaast kun je  bij de blauwe balkjes het gehoorbereik (ontvanger) aflezen en bij de rode balkjes  het stembereik (bron) van de mens en een aantal dieren.

Slide 10 - Slide

Gehoortest
20 Hz
200 Hz
2000 Hz
12000 Hz
30 Hz
50 Hz
80 Hz
500 Hz
800 Hz
1000 Hz
5000 Hz
8000 Hz
10000 Hz
15000 Hz
18000 Hz
20000 Hz
Hier kun je testen hoe goed jij lage en hoge tonen kunt horen. Doe de test eerst bij jezelf (oortjes) en schrijf in je schrift de laagste en hoogste toon die je goed kunt horen (gehoorbereik). Doe de test ook bij docenten, ouders etc. , kijk of je verschillen meet.

Slide 11 - Slide

Trillingstijd

Slide 12 - Slide

Trillingstijd/frequentie
Om iets te kunnen zeggen over de toonhoogte van een geluid, kun je kijken naar de frequentie (f) of de trillingstijd (T). Hoe hoger de frequentie , hoe groter het aantal trillingen per seconde. 
Hoe groter het aantal trillingen per seconde, hoe hoger het geluid. 
Bij een hogere frequentie duurt elke trilling steeds minder lang. Het is logisch dat frequentie en trillingstijd zoveel met elkaar te maken hebben. 
In de formuledriehoek hiernaast zie je het verband tussen de trillingstijd en de frequentie.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Een trillend voorwerp doet precies 30 ms over 1 trilling. Hoe groot is de frequentie van deze trilling?

Slide 14 - Slide

Opdracht 2

Slide 15 - Slide

Opdracht 2 - uitwerking

Slide 16 - Slide

Opdracht 3

Slide 17 - Slide

Opdracht 3 - uitwerking

Slide 18 - Slide

Opdracht 4

Slide 19 - Slide

Opdracht 4 - uitwerking

Slide 20 - Slide

onderstaande vragen pas maken als je paragraaf 2 EN 3 gelezen hebt!

EERST PARAGRAAF 3 LEZEN!!!

Slide 21 - Slide

Welke grootheid zegt iets over de toonhoogte?
A
Amplitude
B
Frequentie
C
Decibel
D
Hertz

Slide 22 - Quiz

Wat is de eenheid van frequentie?
A
Hertz
B
Decibel
C
Mol
D
Mach

Slide 23 - Quiz

Wat geeft een hogere toon?
A
Een dunne snaar
B
Dikke snaar

Slide 24 - Quiz

Wanneer klinkt een trombone lager?
A
Wanneer de trombone helemaal uitgeschoven is
B
Wanneer de trombone helemaal ingeschoven is

Slide 25 - Quiz

Een pianostemmer slaat een toets aan die een toon van 344Hz zou moeten maken. De toets maakt echter een toon van 340 Hz. Is de toon hoger of lager dan deze zou moeten zijn?
A
De toon is te hoog
B
De toon is te laag

Slide 26 - Quiz

Een pianostemmer slaat een toets aan die een toon van 344Hz zou moeten maken. De toets maakt echter een toon van 340 Hz. Moet de pianostemmer de snaar strakker of losser draaien?
A
Strakker
B
Losser

Slide 27 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Toon 1 is veranderd in toon 2. De toon is daarbij...
A
Harder geworden
B
Zachter geworden
C
Lager geworden
D
Hoger geworden

Slide 28 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Toon 1 is veranderd in toon 2. De toon is daarbij...
A
Harder geworden
B
Zachter geworden
C
Lager geworden
D
Hoger geworden

Slide 29 - Quiz

Hoe groot is het frequentiebereik van een mens bij de geboorte?

Slide 30 - Open question

Een stemvork trilt 1250 keer per minuut. Hoe groot is de trillingstijd in seconden? Alleen getal noteren. Gebruik indien nodig een komma.

Slide 31 - Open question

Een stemvork trilt 190 keer per seconde. Hoe groot is de frequentie in Hz? Alleen getal noteren. Gebruik indien nodig een komma.

Slide 32 - Open question

Een stemvork trilt 87 keer 10 seconde. Kan een mens deze toon horen?

Slide 33 - Open question

Bekijk de afbeelding. Hoe groot is de amplitude? Geef je antwoord in aantal hokjes. Alleen getal noteren.

Slide 34 - Open question

Bekijk de afbeelding. Hoe groot is de amplitude? Geef je antwoord in aantal hokjes. Alleen getal noteren.

Slide 35 - Open question

Bekijk de afbeelding. 1 trilling staat gelijk aan ..... hokjes

Slide 36 - Open question

Bekijk de afbeelding. hoe groot is de trillingstijd in seconde? Alleen getal noteren. Gebruik indien nodig een komma.

0,005 s/DIV

Slide 37 - Open question

Bekijk de afbeelding. hoe groot is de frequentie in hertz? Alleen getal noteren. Gebruik indien nodig een komma.

0,005 s/DIV

Slide 38 - Open question

Bekijk de afbeelding. Hoe groot is de toonhoogte in Hz? Alleen getal noteren. Rond af op 1 decimaal. Gebruik indien nodig een komma.
0,003s/DIV

Slide 39 - Open question

Geluid met een frequentie boven de 20.000Hz noemt men.....?
A
Infratonen
B
Ultraviolette
C
Astronoom
D
Geen van deze mogelijkheden

Slide 40 - Quiz

7 ms = ......s
Alleen getal noteren. Gebruik indien nodig een komma.

Slide 41 - Open question

0,02ms = .......s
Alleen getal noteren. Gebruik indien nodig een komma.

Slide 42 - Open question

0,000045s = .........ms
Alleen getal noteren. Gebruik indien nodig een komma.

Slide 43 - Open question