Het Socratisch gesprek - 23/24

Het Socratisch gesprek
Gnothi seauton 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LEFMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het Socratisch gesprek
Gnothi seauton 

Slide 1 - Slide

Gnothi seauton - Ken uzelf
Dit was het opschrift op de tempel van Delphi. De plek van het Orakel. Maar het was ook de lijfspreuk van Socrates.

Slide 2 - Slide

Het enige wat ik weet is dat ik niets weet.

Slide 3 - Slide

Wijsheid begint met verwondering.

Slide 4 - Slide

Het Socratisch gesprek
Wat is hierbij belangrijk?
  • Je openstellen voor andere meningen;
  • Stel je oordeel hierbij uit;
  • Het gaat uit van de concrete ervaring;
  • We gaan op zoek naar een 'hittepunt';
  • De 'vroedvrouwtechniek'.

Slide 5 - Slide

De 'vroedvrouwtechnniek'
De moeder van Socrates was kraamverzorgster ook wel vroedvrouw genoemd. De vroedvrouwtechniek (maieutiek) werd door Socrates omschreven als het doen geboren worden van wijsheid bij de ander. Net als zijn leerling Plato geloofde Socrates dat de echte kennis aanwezig is in de ziel van mens. Wij hoeven dit slechts naar boven te halen zodat het 'opnieuw geboren kan worden'. Belangrijk hierbij is wel dat het om een echte ervaring uit het leven van de ondervraagde gaat.

Slide 6 - Slide

Het Socratisch gesprek
Vaststellen van de hoofdvraag
We gaan op zoek naar een situatie uit het dagelijks leven waarbij het de vraag is of je juist gehandeld hebt of niet? Dit kan met van alles te maken hebben, maar moet een situatie zijn die echt gebeurt is. Het liefst niet al te lang geleden.

Slide 7 - Slide

Vaststellen van de hoofdvraag
Belangrijk hierbij is dat je bestaande overtuigingen even loslaat en probeert hier opnieuw een antwoord op te geven. Maar eerst niet. We beginnen eerst met de situatie en wat dit losmaakte bij de ondervraagde. We hoeven dus nog geen oordeel te geven over wat verteld wordt.

Slide 8 - Slide

Vragen stellen
Jullie gaan hierbij zelf de vragen stellen. De docent is slechts de gespreksleider en zal zo weinig mogelijk invullen. Dit vraag ik ook aan jou, denk hierbij aan:
  • Vragen stellen op een neutrale manier;
  • Goed luisteren en herhalen van de ander;
  • Verplaatsen in de situatie van de ander;
  • Vaststellen van het 'hittepunt'.

Slide 9 - Slide

Het 'hittepunt'
Het 'hittepunt' is het moment in de beschreven situatie waarbij je een beslissing maakte die te maken heeft met onze hoofdvraag.
De belangrijkste vragen die je hierbij kunt stellen zijn: 
Wat voelde je in deze situatie?
Wat dacht je op dit moment?
Wat deed je toen?

Slide 10 - Slide

Vaststellen van de hoofdvraag
Weet je een situatie 
uit het dagelijks 
leven waarbij het de 
vraag is of je juist 
gehandeld hebt of 
niet? Dit mag met alles
te maken hebben, maar moet echt gebeurt zijn.

Slide 11 - Slide

Vaststellen van de hoofdvraag
Vragen ter verduidelijk van de hoofdvraag:

  • Wat is er feitelijk gebeurd?
  • Wat heeft de voorbeeldgever zelf gedaan?
  • Wat betekende de situatie persoonlijk?
  • Wat is de relatie met de hoofdvraag?


Slide 12 - Slide

Tussenvragen (hulp)
  • Hoe kwam je daarbij?
  • Waarom deed je dat?
  • Waarom vond je dat?
  • Wat maakte dat je ... deed?
  • Is dat wat in het voorbeeld de oorzaak was van je gedrag?
  • Wat heeft dit te maken met de hoofdvraag?

Slide 13 - Slide

Tussenvragen (hittepunt)
Beantwoord de volgende vragen in je schrift! Verplaats je hierbij zo goed mogelijk in de ander.
Als jij in deze situatie zat:
  1. Wat zou je dan voelen?
  2. Wat zou je dan denken?
  3. Wat zou je dan doen?

Slide 14 - Slide

Tussenvragen (schrift)
Als jij in deze situatie zat:
  1. Wat zou je dan voelen?
  2. Wat zou je dan denken?
  3. Wat zou je dan doen?

(In die situatie voelde ik dit en dacht ik dat en deed ik zo)

Slide 15 - Slide

Argumenteer
Kijk eens goed naar jouw antwoorden op de tussenvragen.
  • Wat valt je hierin op?
  • Wat voor argumenten kun je hieruit halen?
  • Wat is jouw voorlopige antwoord op de hoofdvraag?
  • Welke argumenten heb je hiervoor?

Slide 16 - Slide

Consensus
  • Zijn er overeenkomsten in antwoorden die we tot nu toe gehoord hebben?
  • Worden dezelfde argumenten vaker genoemd?

Kunnen we met elkaar een antwoord geven op de hoofdvraag of is dit een persoonlijke mening?


Slide 17 - Slide

Essentie
  • Denk eens terug aan het begin van het gesprek.
  • Had je toen dezelfde overtuiging als nu?
  • Welke overtuigingen zijn hetzelfde gebleven?
  • Welke overtuigingen zijn veranderd?
  • Wat is jouw conclusie?


Slide 18 - Slide

Verwerk jouw antwoorden in een verslag over het Socratisch gesprek.

Slide 19 - Slide

Geef in dit verslag antwoord op vragen zoals:

  • Wat vond je goed aan dit gesprek?
  • Wat kun je hiermee in toekomstige situaties?
  • Wat vond je lastig?

Slide 20 - Slide