Kennismaking

Welkom 1D
Kennismaking 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 1D
Kennismaking 

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Namen controleren, wie is er?
  • Wie zin wij
  • Wie ben jij?
  • Wat doet een mentor?  Brieven uitdelen
  • Verschil basisschool en middelbare school
  • Namen oefenen
  • etc.

Slide 2 - Slide

En wie zijn jullie?
Wie zijn jullie?

Slide 3 - Slide

Kennismaken: staan/zitten

Slide 4 - Slide

Rekenen of taal
Staan: rekenen
Zitten: taal

Slide 5 - Slide

Oudste thuis?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 6 - Slide

Fietsen of met het OV?
Staan: fietsen
Zitten: met de bus

Slide 7 - Slide

Ik moet langer dan 15 minuten fietsen naar school.
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 8 - Slide

2 of meer huisdieren?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 9 - Slide

Ben je één van tweeling?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 10 - Slide

Woon je in Krommenie?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 11 - Slide

Speel je een instrument?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 12 - Slide

Is geschiedenis je favoriete vak?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 13 - Slide

Is aardrijkskunde je favoriete vak?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 14 - Slide

Zit je op voetbal?
Staan: ja
Zitten: nee

Slide 15 - Slide

Ik heb zin in de brugklas. 
Staan: ja
Zitten : nee

Slide 16 - Slide

Wat doet een mentor?

Slide 17 - Slide

Wat doet een mentor?
  • Bij je mentor kun je terecht met al je vragen en problemen;
  • Je mentor bespreekt je cijfers met je;
  • Je mentor bespreekt je gedrag met je;
  • Je mentor spreekt met je ouders;
  • Je mentor spreekt met je andere docenten. 
  • Schakel tussen school en thuis

Slide 18 - Slide

Basisschool vs. middelbare school: wat is er anders?

Slide 19 - Slide

Regels in en om de school
Jassen, petten
Telefoongebruik
Eten en drinken
Afspraken met vakdocenten
Te laat of uitgestuurd

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Vragen?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Namen oefenen
Ga allemaal zitten
Ik noem een naam, degene die naast hem/haar zitten gaat staan. Degene die staat noemt een andere naam.

Slide 24 - Slide