Kerstquiz

Kerstquiz 2018
Kerstquiz 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kerstquiz 2018
Kerstquiz 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Bij welke geloof hoort kerst?
A
Het jodendom
B
De islam
C
Het boeddhisme
D
Het christendom

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

.... (eten) jullie vorig jaar tijdens kerst ook zalm met broccoli?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wanneer werd de eerste kerstkaart verstuurd?
A
1844
B
1843
C
1866
D
1834

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort bij elkaar ?
Spanje
Italië
Duitsland
Finland
Feliz Navidad
Buon Natale
Frohe Weihnachten
Hyvää joulua

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Waar komt de traditie van de kerstcadeautjes vandaan?
A
Verenigde Staten
B
Zweden
C
Engeland
D
Frankrijk

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kerst is het feest van:
A
Liefde
B
Licht
C
Vrede
D
Gezelligheid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de Spaanse tekst in het volgende kerstliedje?
Geniet van de kerstmaaltijden
Het was een mooi jaar
Vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar
Vrede op aarde

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Hoe zeg je ‘fijne kerst’ in het Italiaans?
A
Buon Fine Settimana
B
Buona Pasqua
C
Buon Natale
D
Feliz Navidad

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit groene wezen dat kerst haat?
A
Glitch
B
Gritch
C
Glinch
D
Grinch

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'sober' in:

Mijn vriend heeft elk jaar met kerst een sober versierde kerstboom.
A
Schitterend
B
Fantastisch
C
Met veel
D
Met weinig

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er gevierd met kerst?
A
Dat de kerstboom weer binnen mag staan
B
Het overlijden van Jezus Christus
C
De geboorte van Jezus Christus
D
De komst van de drie wijzen uit het Oosten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee kleuren staan voor kerst?
A
Groen en rood
B
Blauw en rood
C
Groen en geel
D
Paars en groen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Werkwoordspelling. Vul de zin aan. Zet na de eerste 2 woorden een komma, anders is je antwoord sowieso fout.
Nu de kerst ... (naderen), zijn de dagen van deze ... (vetmesten) kalkoenen ... (tellen).

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Een witte kerst is een begrip in Nederland.
Maar euh... hoe vaak hebben we eigenlijk een witte kerst gehad in Nederland sinds 1900?
A
31 keer
B
8 keer
C
65 keer
D
47 keer

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In welk land worden met kerst bananenbomen versierd i.p.v. kerstbomen?
A
Suriname
B
India
C
Colombia
D
Venezuela

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer zijn eerste en tweede kerstdag?
A
26, 27 december
B
25, 26 december
C
27, 28 december
D
24, 25 december

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

timer
1:30

Slide 18 - Drag question

Sleep het juiste geluidsfragment naar de kerstballen!
Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in een kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je ‘fijne kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de persoonsvorm. 'Ook hebben wij in de kerstvakantie kerst gevierd.'

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Welk land is in Europa de belangrijkste kerstbomenproducent?
A
Denemarken
B
Zweden
C
Noorwegen
D
Finland

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet
deze kerst-
film?
A
The Polar Express
B
Klaus
C
The Grinch
D
Home Alone

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Hoe heet de jongen uit het filmpje?
A
Alex
B
Kevin
C
James
D
Eric

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat zag je in het filmpje niet voorbijkomen?
A
Een gladde trap
B
Een vallend strijkijzer
C
Een vogelspin
D
Een jachtgeweer

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Op welke datum
is het kerstavond?
A
23 december
B
24 december
C
25 december
D
26 december

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

In Australië vieren ze kerst in de...
A
Zomer
B
Winter
C
Lente
D
Herfst

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?

Ik heb met kerst veel mooie cadeaus gekregen.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

In december ontvang ik veel .... van winkels met kerstaanbiedingen.
A
flodders
B
folders
C
foldders
D
floders

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions


Ik ... (houden) vroeger erg van Sinterklaas, maar nu meer van kerst.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Welk woord past op de puntjes?
timer
1:00

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Noteer de persoonsvorm(en):
Onze krantenbezorger krijgt een flinke kerstbonus, want hij verslaapt zich nooit.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Welk kerstartikel werd vroeger gebruikt om heksen te verjagen?
A
Piek
B
Kerstster
C
Kerstkrans
D
Kerstbal

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Maak de zinnen af.
Jingle bell, jingle bell, jingle bell 
Last Christmas I gave you my
I'm driving home for
Santa Claus is
Rudolph the
Red-Nosed Reindeer
coming to town
Christmas
Rock
Heart

Slide 35 - Drag question

Maak de zin af...
Voor welk feest werd het liedje Jingle Bells oorspronkelijk geschreven?
A
Voor Kerstmis
B
Voor Thanksgiving
C
Voor oud en nieuw
D
Voor Halloween

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions