Definitie: de periode waarin twee systemen, het kapitalisme olv Amerika en het communisme olv de Sovjet-Unie, geen directeoorlog met elkaar voeren, maar elkaar wel beschouwen als een grote bedreiging.
Reden: angst
Slide 3 - Slide
Kapitalisme:
- meer partijensysteem
- vrijheid van meningsuiting
- persvrijheid
- godsdienstvrijheid
- vrije markteconomie
Slide 4 - Slide
Communisme:
- eenpartijsysteem
- geen vrijheid van meningsuiting
- geen persvrijheid
- kritiek = 'vijand van het volk'
- door de staat geleide economie
- geen godsdienstvrijheid (> 'Opium voor het volk')
Slide 5 - Slide
Houding Amerika na WO II:
* Tot WO II: isolationisme
* Na 1945: actief ingrijpen in de wereld:
containmentpolitiek:
De politiek die erop gericht is om de uitbreiding van het
communisme in de wereld tegen te gaan.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Kenmerkende aspecten tijdvak Televisie en computer:
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van de wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
De eenwording van Europa.
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen (HC 3)
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen (HC 3)
Slide 8 - Slide
Onderdelen Containmentpolitiek
= de politiek om de voorkomen dat het communisme zich uitbreidt in de wereld:
1. Truman-doctrine (1947):
Ieder land dat zich bedreigd voelt door het communisme kan rekenen op de steun van Amerika.
Slide 9 - Slide
2. Marshallplan (1947)
' Alle landen die door WO II schade geleden hebben kunnen financieel geholpen worden door de V.S.'
Opmerking: dit aanbod gold ook voor de landen in Oost-Europa, maar deze landen mochten van Stalin deze hulp niet accepteren.
Slide 10 - Slide
3. de Navo (1949)
Noord Atlantische Verdragsorganisatie
Een militair verdrag van landen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan.
Uitgangspunt: een aanval op één is een aanval op anderen.
Belangrijk:
In 1955 wordt West-Duitsland wordt toegelaten tot de Navo (!!!) >>>>
de SU richt het Warschaupact op.
Slide 11 - Slide
Gevolg Koude Oorlog voor de kaart van Europa:
Het ontstaan van het
'IJzeren Gordijn' =
de grens tussen de kapitalistische landen in West-Europa en
de communistische landen in Oost-Europa
Zie kaart op de volgende slide:
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Ook belangrijk in Koude Oorlog:
begin Europese samenwerking: EGKS
Samenwerking op het gebied van de kolen- en staalproductie in Europa
(Fr/Dld !!! It/Benelux)
Daarna:
1. EEG
2. E.G.
3. EU.
Hiermee ontstond samenwerking in West-Europa (ipv oorlog)
Slide 15 - Slide
Koude Oorlog (1945 - 1991)
Definitie: de periode waarin twee systemen, het kapitalisme olv Amerika en het communisme olv de Sovjet-Unie, geen directeoorlog met elkaar voeren, maar elkaar wel beschouwen als een grote bedreigingmet als gevolg een wapenwedloop en de dreiging van een atoomoorlog.
Reden: angst
Het communisme vreest de economische / politieke overheersing door het Westen (zie kolonialisme + modern imperialisme)
Het kapitalisme vreest het idee van de wereldrevolutie
Slide 16 - Slide
Bestuurlijke situatie in Duitsland
na capitulatie:
4 bezettingszones
Vanaf 1949:
2 landen
BRD (=West-Duitsland)
DDR (=Oost-Duitsland)
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
documentare over Berlijn en de Koude Oorlog (15 minuten)
Slide 19 - Slide
0
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Bouw van de Berlijnse Muur (1961)
Velen vluchtten via Berlijn naar het Westen (gat in het IJzeren Gordijn)
Vooral: jongeren en hoogopgeleiden
economische schade en slechte propaganda voor communisme
12/13 augustus: doorgangen Oost- naar West-Berlijn worden afgesloten
Begin Bouw van de Muur
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Cuba-crisis (1962):
zeer 'heet moment'
1959: Castro aan de macht (revolutie)
communist
Varkensbaai-incident (1961) >
Castro vraagt bescherming aan SU >
plaatsing raketinstallaties >
Kennedy stelt zeeblokkade in >
Chroesjtsjov en Kennedy sluiten akkoord
belang: bijna-kernoorlog
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Naast spanningen met Westen,
ook interne problemen in Oostblok:
De wens van de volken om democratische hervormingen als vrijheid van meningsuiting >
Opstanden in
- de DDR (1953)
- Polen (1953)
- Hongarije (1956)
Reactie USSR:
Hard neergeslagen door leger
Slide 30 - Slide
SU greep ook in bij de 'Praagse Lente' (1968)
Dubcek, nieuwe communistische leider, wil hervormingen:
'communisme met een menselijker gezicht'
Augustus: Warschaupactlanden vallen Praag binnen
Brezjnev (leider SU 1964 -1982) komt met 'Brezjnevdoctrine'
'Als in een land van het Warschaupact (=Oostbloklanden) het communisme in gevaar wordt gebracht, dan moeten de andere landen van het Warschaupact te hulp schieten'
Gevolg:
Hard militair ingrijpen >
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Conclusie:
Rusland grijpt onder Stalin (1928 - 1953), Chroesjtsjov (1956 -1964) en Brezjnjev (1964 - 1982) met het leger in als het volk in de Oostbloklanden democratische hervormingen eist.
Belangrijk: Gorbatsjov (1985-1991) zou met deze politiek breken door niet militair in te grijpen in de Oostbloklanden!! >>>>
Grote gevolgen
Slide 33 - Slide
Gorbatsjov
1985 - 1991
Perestroika en Glasnost
ontwapening
geen militair ingrijpen meer als volk hervormingen wil (einde brezjnev-doctrine)
Gevolg: demonstraties in DDR leidden tot val van de Muur (1989) +