Lees de opdracht goed door - Leg je wiskundeschrift open geslagen op je hoofd - Doe een potlood in je mond - Maak een foto van het resultaat en upload de foto.
timer
1:00
Slide 4 - Open question
Vraag 1 (1P):
Welk figuur heeft Chantal in haar gedachten? de figuur heeft 4 rechte hoeken en 4 even lange zijden
Slide 5 - Open question
Vraag 2 (1P)
Dit is de uitslag van
A
Een kubus
B
Een kegel
C
Een piramide
D
Niets
Slide 6 - Quiz
Vraag 3 (1P)
AB is een voorbeeld van een
A
Zijvlak
B
Hoekpunt
C
Ribbe
D
Kubus
Slide 7 - Quiz
Doe-opdracht 2 (2P)
Teken vierkant ABCD met AB = 3cm. Upload een foto van het resultaat.
timer
1:00
Slide 8 - Open question
Vraag 4 (1P)
Wat is de waarde van het cijfer 8 in het getal: 456,789
A
tiental
B
eenheid
C
tiende
D
honderdste
Slide 9 - Quiz
Puzzelvraag 1 (5p)
Wat moet er op de plek van ?? staan?
Slide 10 - Open question
Vraag 5 (1P)
Rond het getal 9.87654321 af op één decimaal
A
10,1
B
10,0
C
9,9
D
9,8
Slide 11 - Quiz
Vraag 6 (1P)
Wat is het quotiënt van 10 en 2?
Slide 12 - Open question
Doe-opdracht 3 (2P)
Bereken 3 + ( 6 : 2 ) x 3. Upload een foto van jouw berekening.
timer
1:00
Slide 13 - Open question
Vraag 7 (1P)
Wat is het coördinaat van B?
A
(5,2)
B
(2,5)
C
5,2
D
2,5
Slide 14 - Quiz
Vraag 8 (1P)
Wat is de uitkomst van -5 x -5?
A
-25
B
25
C
0
D
-10
Slide 15 - Quiz
Vraag 9 (1P)
Gebruik de formule: kosten in € = 4 + 1 x aantal kaarten. Hoeveel betaal je voor 10 kaarten?
Slide 16 - Open question
Doe-opdracht 4 (2P)
Houd allemaal je mond dicht. Zorg dat je geen enkel geluid meer maakt.
Zorg ook dat je je microfoon aan houd!
Blijf stil, ook tijdens de volgende quizvragen. Pas als je het woord ‘meneer Broekema’ op een slide ziet staan, mag je weer geluid maken.
Als je de stilte verbreekt, verdien je geen punten, maar mogelijk wel strafpunten.
timer
0:30
Slide 17 - Slide
Vraag 10 (1P)
Vul in: 5 km = ... m
A
50.000
B
5.000
C
500
D
50
Slide 18 - Quiz
Vraag 11 (1P)
Hoeveel m2 is de oppervlakte van een rechthoek van 4 bij 5 decimeter?
A
40x50=200m2
B
4x5=20m2
C
0,4x0,5=0,20m2
D
0,04x0,05=0,002m2
Slide 19 - Quiz
Vraag 12 (1P)
Vul in: 10 m/s = ... km/uur
A
10 x 3.6 = 36km/uur
B
10 : 3,6 = 2,8 km/uur
Slide 20 - Quiz
Meneer Broekema
Slide 21 - Slide
Puzzelopdracht 2:
Teken de punten A(-2,2), B (2,2), C(2,-2) en D(-2,-2) in een assenstelsel. Hoe heet het figuur dat ontstaat?