Domein 3: Meten en meetkunde

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Domein 3 uitleg

- Je benoemt de eenheden.

- Je omrekent naar verschillende eenheden.

Wat meet je waarmee?

De lengte van een boek.

Lengte van een kamer.

Maten van je kleding.

Noem de lengte eenheden (meter) op. Noteer deze van groot naar klein:

zet de lengte maten in de goede volgorde van groot naar klein

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

Lengte eenheden

Kan= Km

Het = Hm

Dametje= DAm

Met= M

De= Dm

Centimeter= Cm

Meten=Mm

1 ton =

1. 1000 kg
2. 10.000 kg
3. 100.000 kg
4. 1.000.000 kg

Basiseenheid gewicht 

Basiseenheid inhoud

200 meter + 1400 meter = .. km

1. 1600 km
2. 2 km
3. 16 km
4. 1,6 km

De gele glijbaan is 25 meter lang.
Saar heeft al 10 meter gegleden.
Hoeveel meter moet zij nog?

1. 3
2. 25
3. 15
4. 35

Hoe schrijf je dit in meters?

1. 9,7m
2. 97m
3. 0,97m
4. 970m

3 gram + 0,5 gram is hoeveel milligram?

1. 3050 mg
2. 3500 mg
3. 3005 mg
4. 3500 ml

200 gram+.......... gram = 1,5 kg

1. 1300 gram
2. 300 gram
3. 1200 gram
4. 1800 gram

2 gram = ...... kilo-gram

1. 0,002 kilo-gram
2. 0,02 kilo-gram
3. 0,2 kilo-gram
4. 20 kilo-gram

500 gram+200 gram+300 gram=

1. 1 kilo
2. 10 kilo
3. 100 kilo
4. 1000 kilo

Je kunt gram omrekenen naar kilogram.
1750 gram is:

1. 0,1750 kg
2. 1,750 kg
3. 17,50 kg
4. 175,0 kg

250ml=.... liter ?

liter

milliliter

1. 2,5
2. 0,025
3. 0,25
4. 25

3000 milliliter + 1 ½ liter = ... liter

1. 4 ½ liter
2. 3 ½ liter
3. 31 ½ liter
4. 45 liter

0,4 liter+ ..... = 1 liter

1. 6 liter
2. 0,7 liter
3. 7 liter
4. 0,6 liter

Een liter is.......

1. 1000ml
2. 100ml
3. 10ml
4. 1ml

Voor volgende week

- Studiemeter: maak de oefeningen van domein 3 af

- Volgende week uitleg hoofdstuk 9: Omtrek en oppervlakte