Beantwoord de onderstaande vragen aan de hand van de staafgrafiek.
Welk onderdeel wordt in deze klas het meest gescheiden?
Geef per onderdeel aan hoeveel leerlingen het scheiden.
Waarom denk je dat dit onderdeel het meest gescheiden wordt?
Kan je aan deze grafiek zien hoeveel leerlingen er in deze klas zitten? Waarom wel/niet?
Hoe weet je dat deze groep minstens 30 leerlingen heeft?