What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
werkwoordspelling 19
Nog even een paar regels herhalen:
ik-vorm +t ALLEEN BIJ DE HIJ VORM T.T
Denk er om in de verleden tijd bij klankveranderende werkwoorden, gewoon schrijven zoals je ze hoort.
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nog even een paar regels herhalen:
ik-vorm +t ALLEEN BIJ DE HIJ VORM T.T
Denk er om in de verleden tijd bij klankveranderende werkwoorden, gewoon schrijven zoals je ze hoort.
Slide 1 - Slide
plaatsvinden (v.t.)
De wedstrijd ... ... in de gymzaal
A
vindt plaats
B
vind plaats
C
vondt plaats
D
vond plaats
Slide 2 - Quiz
besluiten (v.t.)
Berti ... haar voordracht met een dankwoord
A
besloot
B
besluit
C
besluiten
D
besloten
Slide 3 - Quiz
afsnijden (t.t.)
De kaasboer ... een stukje kaas ...
A
snijd af
B
sneed af
C
snijdt af
D
snij af
Slide 4 - Quiz
omsmelten
Restjes van kaarsen worden vaak ...
A
omgesmolten
B
omgesmeld
C
omgesmelt
D
omsmelten
Slide 5 - Quiz
uitschelden
Het ... kind stond beteuterd te kijken
A
uitgescholde
B
uitgescholden
C
uitschelden
D
gescholden
Slide 6 - Quiz
opmeten (t.t.)
De landmeters ... de straat ...
A
meten op
B
maaten op
C
maten op
Slide 7 - Quiz
overlijden
Mijn vis is vorig jaar ...
A
overleden
B
overlijden
C
geoverleed
Slide 8 - Quiz
stilzitten (t.t.)
De kinderen ... geen ogenblik ...
A
zitten stil
B
zaten stil
Slide 9 - Quiz
schenden (v.t.)
De spelers ... de spelregels
A
schonde
B
schonden
C
schenden
Slide 10 - Quiz
verlaten (t.t.)
De trein ... het station precies op tijd
A
verlaad
B
verlaadt
C
verliet
D
verlaat
Slide 11 - Quiz
verslinden (t.t.)
In de vakantie ... ik stapels boeken
A
verslind
B
verslint
C
verslindt
Slide 12 - Quiz
vlechten
De ... bloemenkrans stond haar mooi
A
gevlochte
B
gevlochtte
C
gevlochten
D
gevlochde
Slide 13 - Quiz
openen
Wie heeft de deur ...?
A
geopend
B
geopent
C
geopendt
D
openen
Slide 14 - Quiz
omhelzen (t.t.)
De man ... zijn vrouw
A
omhelsd
B
omhelsdt
C
omhiels
D
omhelst
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Spelling - Werkwoordspelling, zwakke en sterke werkwoorden
March 2020
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
werkwoordsspelling les 12
December 2020
- Lesson with
13 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Klankvast en klankveranderende werkwoorden
October 2024
- Lesson with
13 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Spelling - Werkwoordspelling, zwakke en sterke werkwoorden
October 2022
- Lesson with
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 3 week 3 les 5
November 2022
- Lesson with
16 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
week 3 les 2
September 2023
- Lesson with
30 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 3 week 2 les 1
November 2022
- Lesson with
18 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
werkwoordspelling 8
December 2019
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs