Woordraadstrategieen

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen: NN, leesboek, schrift, pen.
Telefoon thuis of in de kluis.
Wacht rustig tot de les begint.

Auto in vlammen opgegaan voor flatgebouw: mogelijk brandstichting
Een auto is in de nacht van maandag op dinsdag in vlammen opgegaan op de Neerijnenlaan in Tiel. De auto stond geparkeerd voor een flatgebouw.

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen: NN, leesboek, schrift, pen.
Telefoon thuis of in de kluis.
Wacht rustig tot de les begint.

Auto in vlammen opgegaan voor flatgebouw: mogelijk brandstichting
Een auto is in de nacht van maandag op dinsdag in vlammen opgegaan op de Neerijnenlaan in Tiel. De auto stond geparkeerd voor een flatgebouw.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  • Woorden van de week
  • Doelen van de les
  • Uitleg
  • Oefenen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen komende lessen

  1. Ik kan uitleggen wat een woorraadstrategie is.
  2. Ik kan uitleggen waarom woorraadstrategieen belangrijk zijn.
  3. Ik kan 5 woorraadstrategieen opnoemen.
  4. Ik kan woorraadstrategieen toepassen tijdens het lezen van teksten.
  5. Ik kan de betekenis van woorden opzoeken in een woordenboek.




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Woordraadstrategieen 
Slimme strategieën om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen.

Vraag: hoeveel woorden (percentage) in een tekst moet je kennen om de tekst te kunnen begrijpen? 
Zie volgende dia: Singapore test.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen. Verschillende woorraadstretegieen:

  • synoniem;
  • omschrijving;
  • voorbeeld;
  • tegenstelling;
  • bekend woorddeel;
  • woordenboek.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Woordraadstrategie 1: 
synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • exact - precies
  • vreemde snuiter - rare snijboon - raar mens

Vaak vind je, als je even verder leest in de tekst, een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is een synoniem voor aanbieden?
A
aandachtig
B
geven
C
krijgen
D
stelen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een synoniem voor aandachtig?
A
aanbieden
B
negeren
C
prachtig
D
oplettend

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Woordraadstrategie 2: omschrijving
De schrijver geeft een omschrijving (definitie) van het woord.

  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Vraag:
  • Wat betekent misofonie?
  • Leg uit hoe je dit weet.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Woordraadstrategie 2: omschrijving
Even oefenen:

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens van haar oog is vertroebeld.


  • Wat betekent staar?
  • Leg uit hoe je aan dit weet.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Woordraadstrategie 3: 
een voorbeeld zoeken
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo zoals, denk aan..., etc.
  • Ook een dubbele punt (:) kan aangeven dat er voorbeelden volgen. Zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hij wil graag wonen in een dorp: Ochten, Lienden of Kesteren.
1. Hoeveel voorbeelden worden hier genoemd?
2. Hoe zie je dat er voorbeelden komen?
3. Noem de voorbeelden.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Ik lees graag verschillende genres, zoals sprookjesverhalen, gedichten en nieuwsberichten over sport.
Wat denk je dat het woord 'genres' betekent? Leg uit hoe je dit weet.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Woordraadstrategie 4: tegenstelling vinden
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.
  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen, doordat er in de tekst een tegenstelling staat.
  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maak 2 zinnen waarin een tegenstelling zit. Gebruik de woorden voor een tegenstelling: maar, echter, toch, daarentegen, hoewel.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Woordraadstrategie 5: bekend woorddeel

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen, doordat je al een deel van het woord kent. Zulke woorden noemen je samenstellingen. 

Bijvoorbeeld:

  • ziekenauto
  • woorraadstrategie
  • internetverslaafde

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

parkeergarage is dus een garage om in te parkeren...




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
Welke strategie pas jij toe in de volgende zinnen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

"Wat leuk dat ik jou hier aantref! Ik had nooit gedacht dat ik jou ooit in deze kroeg zou vinden!"

'aantref'
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
synoniem

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Zij is vastberaden om zich aan te melden voor de opleiding tot schoonheidsspecialist, maar gisteren twijfelde ze nog.

'vastberaden'
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
synoniem

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De nieuwe leerling introduceerde zichzelf. Zo liet ze een foto van haar gezin zien, ze vertelde waar ze woonde en wat haar hobby's waren.

'introduceerde'
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
bekend woorddeel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Doelen van de les
Nu kan ik..

Reflecteer voor jezelf: vind je dat je de persoonsvorm kunt vinden in een zin?

Nee? Wat heb je nodig van je docent?
- meer uitleg?
- meer oefenen?
- iets anders?

timer
1:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 4Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 24-27, opdracht 1 t/m 7.
Blz. 50-53, opdracht 1 t/m 6.
Blz. 76-79, opdracht 1 t/m 6.
Blz. 102-105, opdracht 1 t/m 6.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor donderdag 28 november:


Blz. 24-27, opdracht 1 t/m 7.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 4Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 30-35, opdracht 1 t/m 11.
Blz. 70-75, opdracht 1 t/m 12.
Blz. 110-115, opdracht 1 t/m 10.
Blz. 150-155, opdracht 1 t/m 9.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 32 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 33 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Link

This item has no instructions

Cursus Spaans
U mag (1)slechts meedoen, als u het formulier (2)volledig invult. (3)Indien u dat lastig vindt, kunt u hulp vragen aan een van de begeleiders.

Noteer een makkelijker woord voor woord 2

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Cursus Spaans
U mag (1)slechts meedoen, als u het formulier (2)volledig invult. (3)Indien u dat lastig vindt, kunt u hulp vragen aan een van de begeleiders.

Noteer een makkelijker woord voor woord 1

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Cursus Spaans
U mag (1)slechts meedoen, als u het formulier (2)volledig invult. (3)Indien u dat lastig vindt, kunt u hulp vragen aan een van de begeleiders.

Noteer een makkelijker woord voor woord 3

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Moeilijke woorden in de tekst
oh ja... die 5 woordraadstrategieën... 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions