Een getunnelde infuuskatheter hoeft na dichtgroeien van de insteekopening en verwijdering van de hechting niet afgedekt te worden.
Controleer tijdens de verzorging of de hechting
De overgang tussen de katheter en het (de) aansluitpunt(en) (lumen) van de centraal veneuze katheter heet naaf of hub.
Bij een kwetsbare huid kan de huid beschermd worden.
Hanteer de no-touchmethode.
Zorg voor een gesloten systeem.
Inspecteer de huid rondom de insteekplaats dagelijks. Gebruik transparante pleister om de insteekplaats van de huid goed te kunnen inspecteren.
Vervang transparante pleister iedere zeven dagen en direct bij zichtbaar vuil, condens of loslaten
Hechtingen na 10 a 14 dagen verwijderen