This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
herhaling
en
proeftoets
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Vraag 1. Wat doe je het eerst bij een oppervlakkige
verbranding van de huid?
A. 112 bellen voor een ambulance
B. Kleding verwijderen
C. Lauw water over de wond laten stromen voor 10-20 minuten.
D. 112 bellen voor de brandweer
Slide 2 - Drag question
Een eerstegraads brandwond kun je goed zelf behandelen. Laat 10 minuten lang het water over de wond stromen (dus niet direct op de wond).
Vraag 2. Waarom ligt hier een theedoek op tafel?
A. Ze heeft net afgewassen
B. De wond op het been komt door een gebroken kopje
C. Ze gebruikt die theedoek als verband voor de wond op het been
D. Ze gebruikt de theedoek om op de wond te drukken en het bloeden te stoppen
Slide 3 - Drag question
Bij een grote wond geef je druk op de wond. Gebruik daarvoor een schone doek.
Vraag 4. Wat kan een teken zijn dat iemand een beroerte heeft?
A. Scheel kijken
B. Hoofdpijn
C. Buikpijn
D. Een scheve mond
Slide 4 - Drag question
Weet je nog? Mond-spraak-arm, beroerte-alarm. Bel 112. Als je een beroerte herkent, kun je een leven redden.
Vraag 5. Bij de beet van welk beestje moet je een pincet of speciaal tangetje gebruiken?
A. Wesp B. Mug C. Teek D. Spin
Slide 5 - Drag question
Een teek moet je verwijderen met een tangetje of pincet. Houd de plek waar de teek zat goed in de gaten. Komt er een rode kring omheen, ga dan naar de dokter!
Vraag 6. Wat kun je met een kussen of jas doen bij een gebroken bot?
A. Een gebroken been ondersteunen
B. De wond afdekken
C. Het hoofd van het slachtoffer ondersteunen, zodat hij lekker ligt.
D. Een zachte plek om te zitten maken, zodat het slachtoffer lekker zit.
Slide 6 - Drag question
Bij een gebroken bot is het belangrijk dat het lichaamsdeel niet beweegt. Een been kun je ondersteunen met een tas of jas. Een gebroken arm kan het slachtoffer het beste zelf vasthouden.
Vraag 7. Waarom is het belangrijk dat een slachtoffer na een val op het hoofd niet beweegt?
A. Er is misschien iets gebroken
B. Het slachtoffer kan daardoor verlamd raken
C. Er moet eerst een foto worden gemaakt in het ziekenhuis
D. Hij kan daardoor hoofdpijn krijgen
Slide 7 - Drag question
Bij een val kan een nekwervel beschadigd zijn. Of de zenuw die door de ruggengraat loopt. Om meer schade te voorkomen, is het belangrijk dat het slachtoffer zo stil mogelijk ligt. Help eventueel door het hoofd stil te houden.
Vraag 8. Wat gaat er mis
bij een verslikking?
A. Een stukje eten sluit je luchtpijp af
B. Een stukje eten sluit je slokdarm af
C. Een stukje eten blijf aan je tong kleven
D. Een stukje eten is te groot om door te slikken
Slide 8 - Drag question
Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus.