6 vwo herhaling trillingen

Herhaling
Trillingen en Golven

6 vwo
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling
Trillingen en Golven

6 vwo

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen?
vragen huiswerk bespreken
herhalen trillingen en golven
werken aan huiswerk

Slide 2 - Slide

Zijn er vragen over het huiswerk?

Slide 3 - Slide


A

Slide 4 - Quiz


Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De frequentie van een massa-veer-systeem is 10,0 Hz. De massa van het systeem is 120 gr.

Bereken de veerconstante van deze veer. Denk ook aan de juiste eenheid!

Slide 9 - Open question

uitwerkingen
f = 10,0 Hz. Er geldt T = 1/f = 1/10,0 = 0,100 s
Verder geldt erT= 2 π√(m/C) en dit moet je omschrijven naar:
C= 4 π2 * (m/T2)
invullen geeft dan dat C = 474 N/m

Slide 10 - Slide

Hoe wordt het verschijnsel genoemd dat een voorwerp gaat meetrillen met een ander voorwerp?
A
Zweving
B
AM-modulatie
C
FM-modulatie
D
resonantie

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Een staande golf in een snaar treedt alleen op als
A
de snelheid van de golf overeenkomst met de eigensnelheid van de snaar
B
de halve golflengte een geheel aantal keren in de snaar past
C
er een longitudinale golf ontstaat in de snaar
D
er resonantie optreedt tussen de snaar en de klankkast van het instrument

Slide 17 - Quiz

als de temperatuur in een lokaal daalt de temperatuur. Wat gebeurt er dan met de toonhoogte van een gitaar met een grondtoon van 600 Hz?
A
De toon wordt lager
B
De toon wordt hoger
C
De toon blijft gelijk
D
Dat kun je niet zeggen, daarvoor heb je te weinig gegevens

Slide 18 - Quiz

als een snaar een grondtoon heeft van 400,0 Hz en een lengte van 60,00 cm, hoe groot is dan de frequentie van de 2e boventoon?

Denk ook aan de juiste eenheid!

Slide 19 - Open question

uitwerkingen
De snaar heeft een lengte van 60,00 cm. In de Grondtoon is de snaarlengte gelijk aan 0,5 labda. labda is dan dus 60,00/0,5 = 120,0 cm. 
Er geldt v = labda * f = 120,0 * 400,0 = 480,0 m/s
in de tweede boventoon geldt er dat de lengte van de snaar gelijk is aan 1,5 labda. labda is dan dus 60,00/1,5 = 40,00 cm
invullen geeft dan f = v/labda = 480,0/40,00 = 1200 Hz

Slide 20 - Slide

Werken aan huiswerk
af voor 30-11
Basis: 18, 19 ,20, 21, 40,41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76
Gevorderden: 18, 19, 21, 43, 45, 46, 47, 75, 76
Expert: 18, 21, 45, 46, 47, 75, 76

Slide 21 - Slide