2hv - Les 7 P3 - 4e naamval

2hv
Les 6 P3
Deutsch!
Gutentag
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2hv
Les 6 P3
Deutsch!
Gutentag

Slide 1 - Slide

Vorbereitet:
Schritt 37

Hausaufgaben:
Schritt 38

Slide 2 - Slide

Schritt 35-40
Schritt 35 Lesen: je kunt meelezen met een luisterfragment
Schritt 36: Gespräche führen: je kunt een gesprekje aan de balie voeren
Schritt 37: Schreiben : je kunt een informeel e-mailtje schrijven over een concert.
Schritt 38: Gespräche führen: je kunt een gesprekje over activiteiten voeren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

       Vertaal de voorzetsels
door
voor
tegen
zonder 
om
tot
durch 
  für
gegen
ohne
um
bis

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

die Enttäuschung
A
de verwisseling
B
het evenement
C
de teleurstelling
D
het enthousiasme

Slide 7 - Quiz

bestätigen
A
bevestigen
B
optreden
C
verwerken
D
vertellen

Slide 8 - Quiz

tweeënhalf
A
zweieinhalb
B
zwei einhalb
C
zweiundeinhalb
D
zwei und ein halb

Slide 9 - Quiz

de dromen
A
die Traumen
B
die Träumen
C
die Traums
D
de Träume

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

De 4e naamval
lijdend voorwerp
+4 voorzetsel
tijdsbepaling zonder voozetsel
keuzvoorzetsel

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Der Mann geht nach Hause.

Ich gebe dem Mann mein Geld.

Ich sehe den Mann.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wij gebruiken bij Duits een schema!

Slide 16 - Slide

? ---> Naamval

Slide 17 - Slide

.... Mann hat einen lieben Hund.
A
Der
B
Die
C
Dem
D
Den

Slide 18 - Quiz

Ich sehe .... Mann nicht mehr.
A
Der
B
Die
C
Den
D
Dem

Slide 19 - Quiz

Ich habe ... (geen) Ahnung,

Slide 20 - Open question

Soll ich ........ (hem) nach Hause bringen?

Slide 21 - Open question

Die Mutter hat ........ (zij) schon dreimal angerufen.

Slide 22 - Open question

Ich habe ......... (jullie) gestern gesehen.

Slide 23 - Open question

Warum haben ....... (u) nichts gesagt?

Slide 24 - Open question

Ich sehe ....... jeden Tag.
A
er
B
ihn

Slide 25 - Quiz

Das ist für ...............
A
ihr
B
euch

Slide 26 - Quiz

Hat Martin Anja eingeladen (uitgenodigd)?
Ja, .......... hat ............. eingeladen.

Slide 27 - Open question

Hat Vera dich nicht begrüßt?
Ja doch, ....... hat ........ begrüßt

Slide 28 - Open question

Kennt ihr (unseren Nachbar)?
Nein, .............. kennen ......... nicht

Slide 29 - Open question

Kennst du (diesen komischen Mann)..........?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide