This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema post
29-11-2024
Slide 1 - Slide
Inhoud
1. Ophalen
2. Sorteermachine
3. Handmatig sorteren
4. Bezorging
5. Kruiswoordpuzzel/quiz
Slide 2 - Slide
Een kaart versturen?
-Schrijven
-Naar wie gaat de kaart?
-Adres noteren
-Postzegel plakken
Slide 3 - Slide
-schrijven
-Naar wie gaat de kaart?
-Adres noteren
-postzegel plakken
Slide 4 - Slide
Uit welke 4 dingen bestaat een adres?
A
Naam, huisnummer, getal en postcode
B
Woonplaats, naam, huisnummer en adres
C
Geboortedatum, huisnummer en cijfer
D
Straat, huisnummer, postcode en woonplaats
Slide 5 - Quiz
Ophalen
Elke dag komen postbodes de brievenbussen leeg halen. Ze verzamelen alle brieven en kaarten en brengen ze naar een groot sorteercentrum.
Ophalen
Elke dag komen postbodes de brievenbussen leeg halen (behalve in het weekend). Ze verzamelen alle brieven en kaarten en brengen ze naar een groot sorteercentrum.
Slide 6 - Slide
Hoevaak haalt de postbode post op uit de brievenbus?
A
Eén keer per week
B
Eén keer per dag
C
Alleen op feestdagen
D
Elke maand
Slide 7 - Quiz
Sorteermachine
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hoeveel brieven komen er elke avond aan in het sorteercentrum?
A
100 miljoen
B
100 duizend
C
300 duizend
D
300 miljoen
Slide 10 - Quiz
Handmatig sorteren
Slide 11 - Slide
Wat is het voordeel van handmatig sorteren?
A
Het is sneller
B
Het is nauwkeuriger
C
Het kost geen tijd
D
Het is goedkoper
Slide 12 - Quiz
Bezorging
-bezorging binnen Nederland
-bezorging in het buitenland
lange weg naar het buitenland
(vliegtuig, boot, douane)
Slide 13 - Slide
Wat betekent het als een pakket 'aangetekend' wordt verstuurd?
A
Het wordt sneller bezorgd
B
Het is gratis verzekerd
C
Het moet worden afgetekend met een handtekening
D
Het wordt bezorgd bij de buren als je er niet bent