herhalen BS123
1 / 14
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
het hormoon insuline zorgt voor...
A
anorganische stoffen
B
organische stoffen
C
dissimilatie
D
assimilatie
Slide 2 - Quiz
Het hormoon adrenaline zorgt voor..
A
anorganische stoffen
B
organische stoffen
C
dissimilatie
D
assimilatie
Slide 3 - Quiz
Welke bewering klopt over de enzymactiviteit en de enzymconcentratie bij temperaturen P, Q en R?
A
Bij alle drie de temperaturen is de werkende enzymconcentratie gelijk.
B
Tussen P en Q neemt de activiteit toe, omdat de concentratie van het enzym toeneemt.
C
Tussen Q en R neemt de activiteit af, omdat de concentratie van het enzym afneemt.
Slide 4 - Quiz
Wat is het grootste verschil tussen een receptoreiwit en een enzym?
Slide 5 - Open question
Als ATP-ase H+-ionen transporteert met het concentratieverval mee, krijgt ATP-ase de naam: ATP-syntese. Wat gebeurt er dan met de ADP's en ATP's?
A
ADP wordt energierijk gemaakt naar ATP
B
ATP wordt energierijk gemaakt naar ADP
C
ADP wordt energiearm gemaakt naar ATP
D
ATP wordt energiearm gemaakt naar ADP
Slide 6 - Quiz
fotosynthese zorgt voor..
A
anorganische stoffen
B
organische stoffen
C
dissimilatie
D
assimilatie
Slide 7 - Quiz
Bij de lichtreactie wordt glucose gevormd
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Wat wordt er geproduceerd tijdens de lichtreactie?
A
ATP
B
NADH
C
Zuurstof
D
alle drie
Slide 9 - Quiz
Wat wordt er gebruikt/geproduceerd bij de lichtreactie?
A
Glucose / C02
B
CO2 / Glucose
C
O2 / H2O
D
H2O / O2
Slide 10 - Quiz
Wat is het verband tussen de lichtreactie en de calvincyclus?
A
De calvincyclus gebruikt producten uit de lichtreactie
B
De calvincyclus gebruikt CO2 uit de lichtreactie
C
De lichtreactie stopt als er teveel glucose gevormd wordt
D
De lichtreactie levert het licht voor de calvincyclus
Slide 11 - Quiz
Hoeveel NADPH,H is nodig om de Calvincyclus te doorlopen?
A
6
B
12
C
18
D
24
Slide 12 - Quiz
Hoeveel ATP is nodig om de Calvincyclus te doorlopen?
A
6
B
12
C
18
D
24
