Thema 7, week 2 Les 9 - AFBREEKSTREEPJE

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

WAT VAL JE OP?

De jongen speelt op de grond met zijn  speel-goed.

LESDOEL

De leerlingen weten hoe je het afbreekstreepje bij woorden juist gebruikt.

Het woord ‘open’ kun je dus niet afbreken (o-pen mag niet).

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

weeshuis

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

badkamer

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

stoelpoot

Een afbreekstreepje na een voorvoegsel (ge-brek)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

ontdekken

Een afbreekstreepje na een voorvoegsel (ge-brek)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

ondiep

Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

vriendelijk

Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

dadelijk

Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten).
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

bakken

Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten).
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE

zeulen

Wat ga jij vandaag leren?

Welk woord is goed afgebroken ?

1. th-uis
2. huisj-e
3. huis-werk

Welk woord is goed afgebroken ?

1. on-aardig
2. hel-emaal
3. vakant-ie
4. hel-mgras

Welk woord is goed afgebroken ?

1. slape-rig
2. aa-rdig
3. ko-ppig
4. hel-mgras

In welke zin is het woord is goed afgebroken ?

1. 
2. 
3. 
4. 

TAAL

 Thema 7, week 2
Les 9

Opgave 2

Opgave 3

10 x plussen