2W2 Patho - Diagnostisch onderzoek 2

• AFP
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

diagnostisch onderzoek

2

lesdoel

• Je noemt het doel van diagnostisch onderzoek
• Je legt uit wat de soorten onderzoeken inhouden en wat je ermee vastlegt

beeldvormend onderzoek

• beeldvormend onderzoek wordt ook radiodiagnostisch onderzoek genoemd
• de arts bepaalt de ziekte aan de hand van beeldmateriaal...

beeldvormend onderzoek

1. röntgenfoto
2. CT scan
3. MRI scan
4. echoscopie
5. biosignalering
6. endoscopie

 

1. röntgenfoto
   
2. CT scan
   
3. MRI scan
   
4. echoscopie
   
5. biosignalering
   
6. endoscopie

De onderstaande woorden horen bij de beeldvormende onderzoeken. Welke tekst welk onderzoek?

a. röntgenstraling in een buis

b. geluidsgolven

c. magnetisme

d. harde onderdelen lichaam kleuren wit op de foto

e. met een camera in het lichaam kijken

f. elektrische golven

 

röntgenfoto

• röntgenstraling komt op het lichaam
• zachte delen laten de straling door; dit valt op een fotografische plaat (kleurt zwart)
• harde delen laten de straling niet door (kleurt wit)

ct-scan

• het werkt ook met röntgenstraling, alleen draaien straling en plaat in een buis
• de cliënt rijdt traag de tunnel in
• de plaat stuurt de doorgevallen röntgenstraling door naar de computer
• die maakt bewegende beelden

mri-scan

• het werkt met magneten, die straling opwekken bij watermoleculen
• omdat water overal in het lichaam zit, ontstaan zo hele scherpe beelden, ook van alle zachte delen van het lichaam

echoscopie

• niet hoorbaar geluid wordt door het apparaat uitgezonden
• het lichaam weerkaatst delen van het geluid
• zo ontstaat een afbeelding van het te onderzoeken oppervlak

biosignalering

ecg

• wanneer het hart pompt, zijn de hartspieren elektrisch actief
• stroom van het hart wordt opgevangen met elektroden
• door dit uit te zetten in de tijd ontstaat een papierstrook met golven

biosignalering

eeg

• wanneer het brein werkt, zijn de zenuwen elektrisch actief
• stroom van de zenuwen wordt opgevangen met elektroden
• door dit uit te zetten in de tijd ontstaat een papierstrook met golven

endoscopie

• met een camera in het lichaam kijken
• naast een camera, ook andere mogelijkheden (mes, schaar, tang, brander, naald, enz.)
• kleine verrichtingen (kijkoperaties) kunnen ermee uitgevoerd worden