This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Spreken
1.1 aantrekkelijk spreken
1.2 een duidelijke opbouw
1.3 beeld gebruiken
Slide 1 - Slide
Lesdoel
1.2 Je geeft je presentatie een duidelijke opbouw met inleiding, middenstuk en slot en je gebruikt signaalwoorden.
Slide 2 - Slide
Uitleg
Zorg voor een duidelijke opbouw van je mondelinge presentatie. Een duidelijke opbouw zorgt voor samenhang in je presentatie waardoor je luisteraars je beter begrijpen.
Slide 3 - Slide
Een duidelijke opbouw bestaat uit drie onderdelen. Weet jij welke?
Slide 4 - Open question
Duidelijke opbouw
Inleiding:
Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp
Stel jezelf voor
Vertel hoe jouw presentatie is opgebouwd
Maak duidelijk wanneer ze vragen kunnen stellen....
Slide 5 - Slide
Middenstuk
Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.
Gebruik signaalwoorden (daarna, vervolgens, als eerst...). Dat geeft samenhang aan jouw verhaal. Zie bijlage 1 op bladzijde 251)
Slide 6 - Slide
Slot
Geef een korte samenvatting of conclusie.
Sluit het af met een uitspraak of tip.
Vraag of er nog vragen zijn.
Bedank het publiek
Slide 7 - Slide
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'ten slotte'?
A
tijd
B
samenvatting
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming/volgorde
Slide 8 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord maar
A
tegenstelling
B
voorwaarde
C
tijd
D
conclusie
Slide 9 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'zoals'?
A
reden
B
conclusie
C
tijd
D
toelichting/vergelijking
Slide 10 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'kortom'?