Campus 1 Les 28 Het gezegde in een zin onderzoeken

Heel even herhalen..
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Heel even herhalen..

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is de PV in deze zin.
De ijsbeer is het grootste landdier.

Slide 3 - Open question

Wat is de PV in deze zin.
Meestal leeft deze jager alleen.

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin.
De ijsbeer is het grootste landdier.

Slide 6 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin.
Meestal leeft deze jager alleen.

Slide 7 - Open question

Het gezegde in een zin.
Werkwoordelijk gezegde (WWG) 
(wat ik doe)
of 
Naamwoordelijk gezegde (NWG)?
(hoe, wie of wat ik ben)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
Vul aan: Dat zijn woorden die zeggen hoe, wie of wat het onderwerp...... of .....

Slide 10 - Open question

Wat is een werkwoordelijk gezegde
Vul aan: Dat zijn woorden die zeggen wat het onderwerp ..........

Slide 11 - Open question

NWG of WWG?
De tentoonstelling toont bedreigde dieren.
A
WWG
B
NWG

Slide 12 - Quiz

NWG of WWG?
Ze zijn levensecht en groot.
A
WWG
B
NWG

Slide 13 - Quiz

NWG of WWG?
Op 25 locaties kan je de dieren gaan ontdekken.
A
WWG
B
NWG

Slide 14 - Quiz

NWG of WWG?
De expositie is een primeur!
A
WWG
B
NWG

Slide 15 - Quiz

NWG of WWG?
Zal de expositie volgend jaar even aantrekkelijk zijn?
A
WWG
B
NWG

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

Mensen krijgen zelden een sneeuwluipaard te zien.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + INF
D
PV + te + INF

Slide 18 - Quiz

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

De sneeuwluipaarden hebben lang de toppen van de Himalya gedomineerd.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + INF
D
PV = te-INF

Slide 19 - Quiz

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

Maar vandaag is de katachtige aan het verdwijnen.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + aan het + INF
D
PV + te + INF

Slide 20 - Quiz

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

In sommige gebieden sterven ze volledig uit.
A
PV + VD
B
PV + ADPV
C
PV + INF
D
PV

Slide 21 - Quiz

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

Landbouw en de aanleg van wegen zouden hen genadeloos weggejaagd hebben.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + VD + INF
D
PV + INF

Slide 22 - Quiz

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

Landbouw en de aanleg van wegen zouden hen genadeloos weggejaagd hebben.
A
PV + VD
B
PV
C
PV + VD + INF
D
PV + INF

Slide 23 - Quiz

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

Wanneer zal die stroperij eindelijk eens gestopt kunnen worden.
A
PV + VD+ INF + INF
B
PV + VD
C
PV + VD +INF
D
PV + INF

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Waaruit bestaat het naamwoordelijk gezegde?

Dat blijkt geen goed idee te zijn.
A
PV + NWD + te + INF
B
PV + NWD + VD
C
PV + NWD + VD + INF
D
PV + NWD + INF

Slide 26 - Quiz

Waaruit bestaat het naamwoordelijk gezegde?

Deze les is erg belangrijk geweest.
A
PV + NWD + te-INF
B
PV + NWD + VD
C
PV + NWD + VD + INF
D
PV + NWD + INF

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video