OEFENTOETS KNM Thema 1
1 / 18
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke 2 buurlanden heeft Nederland?
A
Belgie en Duitsland
B
Belgie en de Noordzee
C
Belgie en Frankrijk
D
Belgie en Friesland
Slide 2 - Quiz
In welke provincie zijn er veel duinen?
A
Friesland
B
Noord-Holland
C
Zeeland
Slide 3 - Quiz
Fria kijkt hoe ze moet rijden naar Den Haag. Waar ligt Den Haag?
A
in het noorden van Nederland
B
in het westen van Nederland
C
in het oosten van Nederland
D
in het zuiden van Nederland
Slide 4 - Quiz
Hoe heten de dijken die na de Watersnoodramp in Zeeland zijn gemaakt?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Flevopolder
D
De Hondsboscche zeewering
Slide 5 - Quiz
Wanneer kwamen er veel gastarbeiders naar Nederland?
A
Na 1985
B
Na de Tweede Wereldoorlog
C
Na de Eerste Wereldoorlog
D
Na de wederopbouw
Slide 6 - Quiz
Wat is de hoofdstad van de provincie Flevoland?
A
Almere
B
Lelystad
C
Flevostad
Slide 7 - Quiz
Amerika is een vriend van Nederland. Amerika heeft Nederland geholpen na de Tweede Wereldoorlog. Hoe heeft Amerika geholpen?
A
Met de NAVO
B
Met de Europese Unie
C
Met de bevrijding in de Tweede Wereldoorlog en daarna met financiële hulp.
Slide 8 - Quiz
Wanneer kwam er veel industrie in Nederland
A
In de tijd van 1600 - 1700
B
In de tijd van 1800 - 1900
C
In de tijd van 1940 - 1945
Slide 9 - Quiz
Het Wilhelmus wordt nog steeds gezongen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
In 1648 werden de Nederlanden zelfstandig.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
In 1940 waren er 140.000 joden in Nederland. In 1945 waren er 36.000 joden in Nederland. Dat zijn er 104.000 minder. Waar zijn de 104.000 joden gebleven?
A
Ze zijn naar Israël verhuisd.
B
Ze zijn naar Amerika gevlucht.
C
Ze zijn vermoord in concentratiekampen van de nazi's.
Slide 12 - Quiz
Frya is op vakantie in Nederland. Ze wil Den Haag bezoeken. Kan Frya daar zien waar het parlement van Nederland Is?
A
Nee, het parlement is in Amsterdam.
B
Ja, het parlement is in Den Haag.
C
Nee, ze kan het parlement in Rotterdam zien.
Slide 13 - Quiz
In 1814 werd Nederland een democratie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Wie is de baas in Nederland?
A
De koning
B
De premier
C
Het volk
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurde er op 10 mei 1940?
A
Rotterdam werd gebombardeerd door de Duitsers.
B
De Eerste Wereldoorlog begon in Nederland
C
De Tweede Wereldoorlog begon in Nederland.
Slide 16 - Quiz
In welk jaar was de Watersnoodramp?
A
1940
B
1953
C
1963
D
1965
Slide 17 - Quiz
Willem van Oranje was protestant.
A
Waar
B
Niet waar
