HV1 P1 werkwoordspelling wk38-1 (4) H28 hele werkwoord, vd als bvnw en onvoltooid deelwoord

Welkom 
Telefoon in de kluis. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je lesboek, schrift en etui.
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 
Niet praten als ik aan het woord ben. 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 
Telefoon in de kluis. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je lesboek, schrift en etui.
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 
Niet praten als ik aan het woord ben. 

Slide 1 - Slide

Vandaag
Stil lezen
Werkwoordspelling: herhaling voltooid deelwoord
Uitleg hele werkwoord, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord & onvoltooid deelwoord
Nakijken huiswerk 
In tweetallen aan de slag met theorie en opdrachten

Slide 2 - Slide

Stil lezen






Noteer de bladzijde waar je bent gebleven. 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lesdoelen van vandaag


Ik ken de spelling van het onvoltooid deelwoord & het hele werkwoord. Ik herken het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 4 - Slide

Herhaling vorige les
voltooid deelwoord

Slide 5 - Slide

 voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

'T SeXyFoKSCHaaP gebruiken we alleen bij:

1. Persoonsvorm VT zwakke werkwoorden
2. Voltooid deelwoord
Zit de laatste letter van de stam (hele werkwoord -en) in fsfff  dan gebruikt je een 't'. 

Zit de laatste letter van de stam NIET in dfdsf  dan gebruik je een 'd'. 

Slide 7 - Slide

Hoe vind je een voltooid deelwoord
Staat vaak aan het einde van de zin.

Aan het begin van het voltooid deelwoord staat vaak ge- be- ver- ont-

Eindigt op
  • -d of -t (zwakke werkwoorden) bijv. geopereerd, gevist
  • -en (sterkte werkwoorden) bijv. gegeten, gelopen

Er staat altijd een een ander werkwoord in de zin, een hulpwerkwoord: hebben, zijn, worden

Eindigt nooit op -dt!!!!!
Hoe vind je het voltooid deelwoord

Slide 8 - Slide

Vervoeging 'zijn'
Vervoeging werkwood 'zijn'

Slide 9 - Slide

Hoe vind je een voltooid deelwoord
  • Staat nooit als enige werkwoord in een zin. 
  • Er staat altijd een vorm van hebben, zijn, worden bij. 

Ik heb in de vakantie gewerkt (zwak). 
De brug wordt hersteld (zwak). 
Mijn zus is vertrokken (sterk).



Voltooid deelwoord

Slide 10 - Slide

Hoe vind je een voltooid deelwoord
Gebruik 'T SeXyFoKSCHaaP

De brandweer heeft het vuur geblus... 
  • er staat een vorm in van hebben, zijn, worden, namelijk heeft
  • voorzetsel -ge
  • einde van de zin
Ja, we hebben te maken met een voltooid deelwoord!
Hele werkwoord: blussen
Stam: bluss
Laatste letter stam, de 's', zit WEL in 'T SeXyFoKSCHaaP; dan komt er een 't'. 
geblust
Voltooid deelwoord

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Huiswerk nakijken
H28 opdr. 1 t/m 4

Slide 13 - Slide

Mijn broer moet morgen voetballen.
PV = moet
Er is geen voltooid deelwoord. 
voetballen = hele werkwoord (infinitief)

Hij moet nu gaan

Mijn vriend moet morgen optreden
Hele werkwoord

Slide 14 - Slide

Hele werkwoord + d

Sabine en Claire gaan fietsend naar de training.
Lachend vertellen Jarie en Marie een grap.
Huilend vertelde ze het verhaal. 
Onvoltooid deelwoord

Slide 15 - Slide

Een zelfstandig naamwoord: mens, dier of ding
Je kunt er de, het of een voorzetten. 
- het huis - de fiets - een appel

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandige naamwoord: de blauwe fiets, de gekke auto
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Slide

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
Tip: schrijf het zo kort mogelijk 

verdwalen - De peuters zijn verdwaald - De verdwaalde peuters
sluiten - De winkel is gesloten - De gesloten winkel
breken - Ik heb mijn arm gebroken - De gebroken arm
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Slide

Huiswerk voor de volgende les
Noteer in je agenda:

H28 opdr. 6 t/m 9

Slide 18 - Slide

Boekenlijst

Alaska - Anna Woltz
Films die negens draaien - Yorick Goldewijk
Broergeheim - Emiel de Wind
Lampje - Annet Schaap
Aan de bal - Lieneke Dijkzeul
De gelukvinder - Edward van de Vendel
Blauwe plekken - Anke de Vries
De brief voor de koning - Tonke Dragt
Match - Buddy Tegenbosch

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Open je boek bij hoofdstuk 28 en maak opdracht 6 t/m 9.  
Dit is tevens je huiswerk voor de volgende les. 
Je mag samenwerken met je buurman of buurvrouw, maar praat zachtjes. 

Slide 20 - Slide


Is de opdracht duidelijk?

Slide 21 - Slide

Volgende les
Huiswerk nakijken

We gaan verder met werkwoordspelling: onregelmatige werkwoorden.

Slide 22 - Slide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald
Ik ken de spelling van het onvoltooid deelwoord.
Ik ken de spelling van het hele werkwoord. 
Ik herken het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 23 - Slide

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 24 - Slide

Fijne dag

Slide 25 - Slide